Samen met de TD (Technische Dienst) werd in diverse ma gazijnen naar onze uitrusting gezocht en moest alles ge test worden voor wij het naar onze hangar meenamen. Een Amerikaans boekwerkje moest ook nog "even" vertaald worden en vermeningvuldigd. Na enkele weken "wisten we er alles van af" en konden we aan crewleden zuurstofles gaan geven. Boven de 10.000 voet kon het in onze kisten nu en dan toch wel eens kil zijn. We droegen niet meer dan een khaki hemd en broek en die waren meestal al aardig "nat" voor je ge start was. De broeikas (cockpit ruimte van een B-25 met veel glas) was flink warm en het duurde meestal even voor je gestart was en al klimmende op kon drogen. Tijdens de zoekaktie naar zuurstofspullen kwamen we nog gloednieuwe electrisch te verwarmen pakken tegen. Naast zuurstof- kregen we nu ook nog nieuwe electrische aan sluitingen in onze B-25 te monteren. Eindelijk was het dan zover. De baas zou zelf vliegen, saja (ik) als 2e en de chef van de technische dienst ging mee om diverse zaken zelf te checken en te noteren. Voor de rest nog een BWK (boordwerktuigkundige), een telegrafist, die weer als gewoonlijk in z'n eentje achterin zat, en de waar nemer die voor in de neus de apparatuur zou controle ren. Het zij nog vermeld dat we bij de PVA met de "afdankertjes" vlogen dus de B—25 C's of "modified" D's. We hadden dus minder pk's in de motoren dan de J's maar waren aan de andere kant "gestript" van bewapening. Al met al haalden we nog bijna 23000 voet aanwijzing. Alles werkte naar wens maar omdat politiek het einde van Indië in zicht kwam, is er verder niets meer van gekomen De foto van de bemanning in hun verwarmingspakken in de tropen is vermoedelijk uniek te noemen. "het raampje" De komkommertijd werd eveneens benut voor het geven van lessen, het uitchecken van vliegers en instructie- of oefenvluchten. We kregen weer eens enkele dagen nacht- vliegen. Hiervoor werd een B-25 naar Kemajoran overg vlogen omdat Tjililitan geen nachtverlichting had en ook geen radiobaken. We hadden al eens een avondje starts, landingen en "touch and go's" (landen en direct doorstarten) achter de rug toen ik met Jillus Verspoor een overlandvlucht kreeg toegewe zen. Het zou een vluchtje Kemajoran - Soerabaia - Kemajoran worden. Jillus zat op de plaats van de 2e en fun geerde als instructeur/uitchecker. We kregen die avond als passagier een vliegerarts mee. Hij kon dan weer eens zelf ervaren waarvoor hij de vliegers een halfjaarlijkse keuring moest geven. Diverse vliegerartsen konden zelf een Piper vliegen en kregen dan ook een KMB (Klein Militair Brevet). De meteo voorspellingen waren zo zo maar ja, we zaten dan ook in de natte moesson. We konden dus zo het een en ander verwachten maar hoopten ook op een beetje ma' boven de wolken. Vooral als er veel cumulus was en hier ei i daar een cumulonimbus (onweerswolk), was het een prachtig gezicht bij maanlicht en werd je er letterlijk "een beetje stil van". Bij de start kregen we ons eerste buitje en zat je al meteen vol concentratie op de instrumenten te kij ken. Tot Semarang was het afwisselend een buitje, losse cumulus en een donker wordende tropennacht. Zuid van Semarang was er duidelijk een "built up" van onweerswol ken en flitste de bliksem. De voorspellingen waren dat het onweer wat naar de kust zou afzakken dus wisten we dat we op de terugvlucht wat slechter weer konden verwach ten. Van de bergen en vulkanen viel niets te ontdekken en zou het daar nu wel aardig tekeer gaan. Dan rolde de don der tussen de bergen en dalen en voelde je je als mens maar erg klein bij dit geweld. Na een kopje koffie op Soerabaia besloten we maar terug te gaan. We kozen het eerste stuk boven zee vliegend v<° het eiland Bawean. Het was nauwelijks te beseffen dat hk enkele jaren geieden de "Slag in de Javazee" had gewoed waarbij zoveel schepen jammerlijk ten onder waren ge gaan. Had men toen maar een grote luchtmacht gehad, maarlaten we er maar over ophouden Nederland en defensie Ter hoogte van Cheribon vlogen we weer de kust aan om het laatste deel van de vlucht over land te navigeren. We waren nog geen half uur vliegen van Kemajoran af toen het raak werd. We zaten volledig in de prut met zware buien. Een typisch tropisch onweer met bijna aaneengesloten bliksemflitsen. Het lesje van één oog dichtknijpen - blik semflits - oog open en andere oog dicht om de instrumen ten te kunnen blijven aflezen was meer theorie. Hoewel we de gordijntjes dicht hadden hielp dat echt niet veel. Waar de cumulonimbus zat moest je maar raden en hoopte je maar niet "opgezogen" te worden. Uitwijken had geen zin omdat de andere vliegvelden al dicht zaten of gesloten warer. Gelukkig zaten we boven de kuststreek en konden we ons veroorloven onder de bewolking te gaan zitten, al zou de De bemanning van de PVA B-25 met verwarmings pakken

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1986 | | pagina 6