me mee een jeep te treffen die ons wel thuis zou brengen en kregen we bericht hoe laat we de volgende morgen van huis zouden worden gehaald. In ons (vrijgezellen-) hotel moest ik regelen dat ik vroeg ge wekt zou worden en dat er een ontbijt klaar zou staan. Ik bedacht me ineens geen orders te hebben gekregen over de terugvlucht en overwoog te overnachten op Morotai of, op de terugvlucht, in het Staatshotel in Makassar. Alles zou afhangen van hoe laat we de volgende dag konden star ten. De volgende morgen, het was nog pikke donker en on christelijk vroeg, schrok ik wakker van de djongos die me door te schudden wakker trachtte te maken. Snel aankle den, een tas met schoon goed pakken en eenzaam ont bijten. Even later kwam de rest van de bemanning me in een drietonner afhalen en reden we naar Kemajoran. Alles bleek beter geregeld dan ik dacht en konden we eens even naar onze "passagiers" gaan kijken. Het was weer het ver trouwde beeld van mandjes, emmers, koffertjes met een touw er om, jengelende en niet uitgeslapen kinderen (ook dat nog!) en wat gespannen kijkende mensen. De captain van de andere kist bleek sergeant-majoor Bieger van het 18e te zijn. Hoewel de vrouwen bij mij zouden komen kre gen we wat overzicht hoe de groep met bagage te verde len, want van het opmaken van een beladingsschema was geen sprake. Na inspektie stonden we bij onze kist onze passagiers op te wachten, wezen een paar het cockpit compartiment aan (een volle boel) en lieten de vrouwen, kinderen en barang (bagage) verder aan onze vonkenboer (de telegrafist) over. Bieger was al opgestegen toen wij eindelijk konden ver trekken en was het al later dan ik gehoopt had. De op de kop af 4 uur durende vlucht naar Makassar was heerlijk vliegen. Vrijwel geen bewolking en boven de Java- zee was het rustig. Nog geen week eerder was ik met de Beyer en de M-366 ook al in deze streek geweest en hadden we in drie dagen de vlucht Kemajoran - Makassar - Morotai Biak - Hol- landia - Ambon - Makassar - Kemajoran - Tjililitan uit gevoerd. Op Makassar werd getankt, wat gegeten en gedronken, en weg waren we weer in het kielzog van de M—461. Makas sar - Morotai was 3 uur 40 minuten vliegen en was het ach ter in de middag toen we (toch wel blij dat we geen ge zinsuitbreiding hadden gehad) er aankwamen. We waren nauwelijks geland toen de M-461 weer opsteeg. Die jon gens wilden kennelijk goed slapen of nog in Makassar gaan stappen, al was er weinig te beleven. Zelf besloot ik maar op Morotai te blijven. De volgende mor gen voor het ontbijt even het strand op en in zee zwem men, trok me wel aan. We hadden uiteindelijk al een kleine 8 uur vliegen achter de rug en was de dag al lang genoeg ge weest. De rest van de bemanning stond wat met elkaar te kletsen toen ik nog bij de basis-ops stond. Even later"luit, we zouden vanavond eigenlijk wel in Makassar willen over nachten. Er is daar meer te beleven dan hier". Moet je in zo'n geval nu "op je sterren gaan staan of niet"? Dijkman, m'n 2e, had ik het traject Makassar - Morotai la ten vliegen en voelde mezelf nog redelijk fit, al waren we dan vanmorgen vrij vroeg uit de veren gemoeten. Ik beloofde te gaan mits het weerbericht redelijk zou zijn ei we als de donder konden vertrekken. De bwk was al aan het tanken en de rest stoof in galop weg. Het weerbericht was matig, maar nu niet direct slecht te noemen. Het radio-kompas had ik bij Makassar nog even gecontroleerd en oriënteerde ik me nu even op de juiste lig ging van het baken t.o.v. het vliegveld Mandai en de ligging van de baan. We vonden het al heel wat als een vliegveld een baken en nachtverlichting bezat. De naald van je radio-kompas wees de richting van het baken aan en moest je voor drift bijsturen. Draaide de naald 180 graden om dan vloog je op dat moment over het baken en moest je een bepaalde procedure gaan vliegen van zoveel minuten rechtuit, een bocht van zoveel graden draaien, met zoveel voet per minuut dalen, motorvermo gen terugnemen, flaps een kwart uit, wielen uit bij een be paalde snelheid, bochtje draaien, enz. enz. en als je dan on der de wolken vandaan kwam zat je theoretisch recht voor de baan. In de praktijk moest je hem meestal een flinke schop verko pen om recht te zitten en voor zijwind op te sturen. De bemanning had z'n best gedaan en konden we vrij snel het zaakje weer de lucht in trekken. Het was een mooi traject met een helder blauwe zee en veel eilanden met wis selend natuurschoon. Toen we tussen diverse eilanden door de oostkust van Ce lebes zagen naderen, was er boven de bergen toch al een aarige "built up" (van bewolking) en flitste hier en daar de bliksem. Even aarzelde ik alsnog terug te keren naar Moro tai. De onweersbui leek alleen boven centraal Celebes te hangen en was het rondom het eiland zo te zien redelijk goed. De telegrafist (je behoefde die jongens nooit een op dracht te geven want ze zaten altijd uit te luisteren en weer berichten op te vragen) kwam even later met het laatste weerbericht uit Makassar. Het regende er wel maar niet erg. Een zwaar onweer scheen boven de bergen te blijvern har gen. Ik verlegde de koers nu pal zuid en bij de zuidpunt van Celebes aangekomen pal west om daarna noordelijk vlie gend langs de kust Mandai aan te vliegen. Hier en daar vlogen we toch al langs en door comulus en begon de tropennacht snel in te vallen. Als laatste zagen we tussen de wolken door het langge rekte eiland Selajar zuid van Celebes liggen toen de wol ken zich sloten en de nacht gevallen was. Even later meldde de telegrafist over de intercom (radio contact tussen de bemanning) dat "er iets fout zat met de M—461en hem was opdracht gegeven te blijven uitluiste ren om nadere instructies te ontvangen. Inmiddels zaten we al aardig in de prut en was het buiten aardedonker. Eerst begon het zachtjes, maar daarna steeds harder te regenen en flitste de bliksem bijna zonder ophouden. Makassar meldde nu ook wat zwaardere regen maar er was nog voldoende zicht alleen de wolkenbasis zakte wat. (wordt vervolgd)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1986 | | pagina 8