meegeholpen, speciaal werd de groep fotografen en
luchtmachtbewaking genoemd.
Na een welkomsdrankje werden de aanwezigen uit
genodigd voor een voortreffelijke rijstmaaltijd. Na afloop
hiervan werd onder het genot van een kopje koffie nog
wat nagepraat.
Vervolgens keerde men voldaan huiswaarts. Al met al
een zeer geanimeerde en geslaagde avond. Immers tij
dens het "dienst doen" in het museum komt het niet zo
tot wat onderling kontakt, deze gelegenheden bieden
daartoe de kans. Een lofwaardig initiatief van de directie,
dat hopenlijk tot een "traditie" wordt verheven.
H.J. de Jong.
MIJMERINGEN
van een
TOEZICHTHOUDER
De B-25's M-461 en M-373
deel II
Het probleem was blijkbaar dat Makassar wat moeilijk
contact met de M-461 had, maar omdat onze commu
nicatie met Makassar via de seinsleutel ging, liepen we
achter de feiten aan. Ik had net aan Makassar laten door
geven dat ik m'n koers noordelijk aan het verleggen was
toen er een noodkreet kwam "te blijven waar ik was". Eén
en ander impliceerde dat ik in het slechterwordende
weer rondjes moest gaan draaien. Met dit soort weer, en
de gebrekkige meteo-informatie, wist je nooit zeker naar
welke kant de wind aan het waaien was. Al ronddraaien
de zouden we zodoende onze juiste positie wel eens
kwijt kunnen raken omdat we nog te ver van het baken af
waren om een goede radio-kompas peiling te nemen,
die met dit weer nu ook weer niet altijd even betrouwbaar
was.
Ik voelde me niet "lekker" en merkte aan de rest van de
bemanning dat "de spanning er in zat". De nu zeer zware
regen en steeds flitsende bliksem maakte de zaak
onplezieriger ook al omdat het overal ging lekken en ons
naar elkaar schreeuwen nauwelijks verstaanbaar was.
We wilden de intercom niet gebruiken voor het geval de
telegrafist plotseling nieuws zou hebben. In onze stam
pende en schuddende kist zat de arme man toch al in z'n
eentje achter het bommenluik. Als je dan ook nog geen
enkel zicht naar buiten hebt en je merkt dat het "voorin
niet lekker zit" moet je je achterin maar klein voelen.
Even later kon hij melden dat Mandai geen contact meer
met de M-461 had. We keken elkaar eens aan en
trachtten onze gevoelens maar niet te tonen. Onze bwk
werd wat zenuwachtig en attendeerde ons op de
benzinestand-meters. Inderdaad kon het niet te lang
meer duren en vroeg ik Mandai dringend te mogen gaan
naderen. In welke gewetensnood ik ze daar plaatste, be
sefte ik pas later. Konden zij het risico nemen dat er twee
vliegtuigen in de lucht tegen elkaar botsten?
Het duurde even voor er antwoord kwam en dat ze
hoopten dat ik op het radio-kompas binnen kon komen.
Ze zouden buiten luisteren of ze me hoorden.
Dichter bij Makassar komende kregen we eindelijk direct
contact met het vliegveld. In dit rotweer deed het onaan
genaam aan constant Mandai de M-461 te horen oproe
pen en geen antwoord te krijgen.
De naald van het radio-kompas zwabberde wat onre
gelmatig maar het leek min of meer de goede richting
te zijn.
Mandai werd nu gevraagd of ik binnen kon komen als ik
het veld zou zien. Plotseling een kreet dat ze me meen
den te horen maar "pas op bergen". Zouden ze daar be
neden soms denken dat de M-461 tegenforget it,
we hadden meer dan genoeg aan ons zelf.
Het radio-kompas was nu steady en wist ik nu richting
noordwest te vliegen naar de kust toe. Ik daalde zo ver
mogelijk tot plotseling de wijzer van het radio-kompas
aangaf dat we over het baken gevlogen waren. Ik gilde
de 2e toe een kwart flaps te geven en even later het lan
dingsgestel uit te laten om zo langzaam mogelijk te kun
nen vliegen. Al dalende kwamen we onder de wolkenflar
den uit, maar het regende nog flink. Plotseling, aan mijn
zijde, zag ik door de regen lichtjes van de stad Makassar
en draaide scherp landinwaarts. De 2e, die de lichtjes
aan zijn zijde niet gezien had, schrok zich wild. Ik
schreeuwde de 2e en de bwk toe naar de baanver-
lichting van Mandai uit te kijken. Als een wonder hield de
harde regen even op, zag ik schuin links voor mij d<
baanverlichting maar zat lekker scheef voor de baan.
Geen zin om nogmaals de baan te moeten aanvliegen
met de kans het weer hard zou kunnen gaan regenen
(vervolg op deel I in Nieuwsbrief nr. 19 - okt.1986)
Een transport B-25 Michell met bemanning en passagiers
(coll. M.TA Schep)