heidsrecords raakte de USAF uitgekeken op de Star- ïter. Het toestel had een te klein operationeel be reik,en het beschikte nauwelijks over een "all- weather" capaciteit. Zo kon het dus gebeuren dat de F-104A na amper twee jaar actieve dienst als eerstelijns gevechtsvliegtuig werd uitgefaseerd. Het grootste ge deelte van de Starfighters verhuisde naar de Air National Guard, de Amerikaanse reserve luchtmacht. De rest werd verkocht aan landen als Nationalistisch China en Pakistan. Van de F-104A werden er 155 geprodu ceerd. Een nieuwe uitvoering van de Starfighter diende zich echter spoedig aan: in oktober 1958 werd de F-104C in dienst genomen. Uiterlijk slechts van zijn voorganger te onderscheiden door een installatie die bijtanken in de lucht mogelijk maakte, was de F-104C een totaal nieuwe Starfighter. Het toestel had een verstevigde rompstruc- ♦"sir, en was uitgerust met de meer presterende 9-GE-7 motor. Door de introductie van aangeblazen flaps beschikte de F-104C over verbeterde vlieg- eigenschappen, en een grotere stabiliteit bij lagere snel heden. Deze Starfighter was geen pure luchtverdedi gingsjager meer, maar een jachtbommenwerper, en dientengevolge de verandering in zijn taakstelling, moest hij meer bewapening kunnen meenemen. Hiertoe werden er twee bevestigingspunten onder de vleugel, en een onder de romp gemonteerd. De tweezitsversie van de F-104C was de F-104D. De F-104D was voorzien van het vergrootte kielvlak, wat we ook al bij de F-104B zagen. Van de F-104C en de F-104D werden er respectievelijk 77 en 22 geproduceerd. Alle F-104C Starfighters heb ben bij het 479ste Tactical Fighter Wing gevlogen. Het is wel aardig om te weten dat deze eenheid van april tot en met december 1965 met de F-104C in Vietnam heeft ge vlogen. De eerste taak van de Starfighters was het uit eren van MIGCAP (Mig Combat Air Patrols) es- cortevluchen, hoog boven de Noord Vietnam aanvallen de B52 bommenwerpers. Een tweede rol in Vietnam was het verlenen van steun bij aanvallen op gronddoelen. In totaal hebben de drie squadrons van het Wing 2269 operationele missies gevlogen, waarbij totaal 8820 vlieg uren werden geboekt. De gemiddelde missie duurde vier uur, maar vluchten langer als zeven uur waren geen uit zondering. Drie Starfighters gingen gedurende deze pe riode verloren door vijandelijk afweervuur. De belangrijkste en meest geproduceerde variant van de Starfighter is echter de F-104G geweest. Het was in 1958 dat de Duitse Luftwaffe een nieuw toestel zocht, dat in zetbaar moest zijn als jachtbommenwerper, onderschep pingsjager en/of fotoverkenner. Lockheed zag hier een enorme markt voor haar toestel, want naast Duitsland wa ren nog een groot aantal andere Europese landen op zoek naar een nieuwe jager, die ongeveer aan dezelfde eisen moest voldoen als die van de Luftwaffe. Geheel naar de eisen van de Luftwaffe ontwikkelde Lockheed dan ook de F-104G. Naast de Starfighter waren er nog drie andere serieuze kandidaten: de Grumman G98 Super Tiger, de Dassault Mirage III, en de English Electric Lightning. De Duitse onderzoekscommissie die uiteindelijk moest beslis sen kwam mede door de vele hoogte- en snelheidsre cords die de Starfighter brak steeds meer onder de indruk van Kelly Johnson's ontwerp, en op 6 februari 1959 werd bekend gemaakt dat de Luftwaffe 66 F-104G's en 30 F-104F trainers zou aanschaffen. Later dat jaar werd een overeenkomst gesloten waarbij de firma's Messerschmitt, Hein kei, Dornier, en Siebel nog eens 210 toestellen in licentie zouden produceren. Zoals verwacht door Lock heed bestelden in het kielzog van Duitsland vele andere landen de F-104G "Super" Starfighter, of een iets aange paste versie van. Ook Nederland koos voor de Starfighter. Op 20 april 1960 tekende men een contract waarbij besloten werd dat van de aan te schaffen F-104G's, 95 bij Fokker, en 25 bij Fiat zouden worden gebouwd. De 18 TF-104G tweezitters zouden rechtstreeks van de Lockheed fabrieken te Palm- dale betrokken worden. Voor de Koninklijke Luchtmacht begon het Starfighter tijdperk pas echt, toen op 19 decem ber 1962 de D-8013 en de D-8022 door de kapiteins Janssen en Okkerman op de vliegbasis Twenthe werden afgeleverd. De Klu werd supersonisch! VLUCHT BANDOENG - MEDAN v.v. Het navolgende verslag werd in 1930 geschreven door de Kapitein B.H.F. van Lent, naar aanleiding van een vlucht met zes Fokker C-V vliegtuigen van Bandoeng naar Medan en terug van 24 september tot 1 okto ber 1930. Twee VF-104A's pre-productiemachines (wordl vervolgd)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1987 | | pagina 7