Gelegenheidsenveloppe 18 oorspronkelijk als NI KI-en 2 drijvertoestel met 2000 pk motor begonnen, werd voor zien van een intrekbaar onderstel, maar bleek minder goed als deklander. Daarnaast werd er geëxperimenteerd met voor de Japanse luchtmacht ontwikkelde toestellen, maar veel kwam er niet van een productie vanwege de geallieerde aanvallen met Superfortresses en boordvliegtuigen. Zoals gezegd had de Fleet Air Arm van de Royal Navy een grote achterstand. De oorlog werd begonnen met de Fairey Fulmar, boordversie van de R.A.F. Fairey Battle tweezitter, bommenwerper. De Fulmar was inferieur aan de jagers van de Luftwaffe en de Italiaanse luchtmacht en bleef aan boord tot 1942, toen de Seafire in dienst kwam. Ondertussen was er ook een SeaHurricane ontwikkeld, die in 1941 tot 1943 als boord- jager werd ingezet, naast de e.g. Martlet. De e.g. Corsairs en ook de Hellcats zouden bij de Fleet Air Arm de jachtvliegtuigen van de R.N. worden, maar daarnaast kwam ook de Seafire met 4 x 20 mm kanons, verder ontwikkeld in vele versies, speciaal omdat dit toestel zich uitstekend leende als onder scheppingsjager. Maar het had een heel groot nadeel; zijn actieradius was pover, vergeleken bij Amerikaanse tegenhangers. 1700 Seafires met Merlin motoren, range rend in vermogen van 1340 pk tot ca. 1600 pk werden geregistreerd. Daarna volgde de Seafire met de Griffon motor van Rolls Royce met 1850 pk, waarvan de laatste versie met een vermogen van ca. 2400 pk in 1954 werd teruggetrokken. 396 van de Griffon versie zagen dienst bij de Fleet Air Arm. In een volgend artikel maakt U kennis met de andere boordvliegtuigen, zoals de duik-en torpedobommenwerpers. Van der Kop In het kader van de door de Stichting Vrienden van het Militaire Luchtvaart Muse um, in samenwerking met de Traditiekamer van de Marineluchtvaartdienst, uit te geven gelegenheidsenveloppen zal in maart 1988 de 7e enveloppe verschijnen. Deze zal betrekking hebben op de Fokker D XXI, ter gelegenheid van de overdracht van een Fokker D-XXI aan het Militaire Lucht vaart Museum te Soesterberg op 31 maart 1988. Het thema van de insluiter heeft betrekking op de moedige strijd van de D XXI bemanningen in de meidagen van 1940. Filatelistische gegevens Enveloppe: 100 grams papier, formaat 10x19 cm, vier kleurendruk. Frankering: Frankeerzegel 65 cent Paleis Noordeinde. Stempels: PTT handstempel van Soesterberg 31 maart 1988, 12.00 en het Militaire Luchtvaart Museum. Adressering: Verwijderbaar etiket. Insluiter: Inzet D-XXI gedurende de mei dagen van 1940 en historisch overzicht. Bestelling: Door storting van 5,— per stuk op postbanknr. 413222 of bankrekening ABN nr. 050.42.06.508 t.n.v. H.J. de Jong te Spijkenisse, met vermelding aantal envelop pen nr. 7. Bestellingen dienen uiterlijk voor de datum van uitgifte in ons bezit te zijn en zullen in volgorde van binnenkomst worden behan deld. Indien de enveloppe is uitverkocht wordt het bedrag teruggestort. Bestellingen na de sluitingsdatum dienen te worden verhoogd met 1,— per enveloppe. De verzending geschiedt in de week na 31 maart 1988. Een speciaal eerstedag enveloppen-album is tegen sterk gereduceerde prijs van 27,50 verkrijgbaar in de Stichtingswinkel 'De Brik' in het Militaire Luchtvaart Museum te Soesterberg en bij de OS&O officier van het Marinevliegkamp De Kooy. De Fokker T-V, Fokker C-X, Glenn Martin en Do-24 enveloppen zijn nog in beperkte mate verkrijgbaar a 8,— per stuk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1988 | | pagina 18