Luchtvaartafdeling een schat van ervaring kon worden opgedaan. Ook gelukte het in 1917 en 1918 nog een aantal Fokker-D-III's en Rumpler C-VIIfs in Duitsland aan te kopen, terwijl Frankrijk enige Caudron G- IVs en Nieuports leverde. Aan het einde van de eerste wereldoorlog beschikte de Lucht vaartafdeling over meer dan honderd vlieg tuigen en, behalve Soesterberg, over perma nente vliegvelden te Gilze-Rijen, Venlo, Arnhem, Souburg (Zeeland) en Schiphol. Het jaar 1919 was van grote betekenis voor de Luchtvaartafdeling. Op Soesterberg werd onder leiding van luitenant-vlieger-arts P.H. van WulfTten Palthe, deMedische Aviatische Studiedienst' en de vliegschool onder leiding van Versteegh opgericht en bij Koninklijk Besluit van 14 oktober 1919 nummer 54 werden de borstonderscheidingstekenen voor vliegenier en waarnemer ingevoerd. Door de vestiging van de Fokkerfabriek hier te lande kon een deel van het aanwezige sterk verouderde materieel worden vervangen door modern materieel. Zo konden in 1920 en 192120 D-VII jachtvliegtuigen en 56 C-1 verkenningsvliegtuigen in gebruik worden genomen, maar verdere vernieuwingen ge schiedden slechts incidenteel. HOOGTEPUNTEN UIT DE PERIODE 1920-1940 In 1923 won het zogenaamde escadrille Versteegh met Fokker D-VI I's op internatio nale vliegfeesten te Stockholm de eerste prijs in formatievliegen. Naar aanleiding van een demonstratie, gegeven tijdens een tussen landing te Kopenhagen kwam het dagblad Berlinske Tidende' de volgende dag met een enthousiaste beschrijving van deze demon straties uit, die culmineerde in de zin 'ze bleven tijdens alle manoeuvres bij elkaar, als de vijf vingers aan één hand.' Sindsdien heeft dit escadrille niet anders geheten dan 'De vijf vingers aan één hand'. In 1924 maakte luitenant-vlieger H. van Weerden Poelman, als tweede bestuurder deel uit van de bemanning van de Fokker F- VII, H-NACC, die de eerste vlucht van Amsterdam naar Batavia volbracht. Luite nant J. Schot wist op 18 augustus 1927 de 'Coupe Echard' te winnen, door als eerste te eindigen in de snelheids-Alpenrondvlucht, gehouden tijdens internationale vliegfeesten te Zürich in Zwitserland. Vermeldenswaard zijn ook de dappere reddingspogingen die op maandag 26 november 1928 werden verricht, toen door twee Fokker C-IV vlieg tuigen werd getracht met behulp van 'man ches', een lijnverbinding tot stand te bren gen tussen het bij Zandvoort in nood verkerende Italiaanse stoomschip 'Salento' en de kust, hetgeen bij de tweede poging gelukte. De bemanning van de 'Salento' bleek echter niet meer in staat zich langs deze verbinding in veiligheid te brengen. Voor de vliegers was dit na alle gedane moeite een grote teleurstelling. Ook in 1927 vond de eerste retour KLM-postvlucht naar Indië plaats. Binnen twintig dagen was de FokkerF-VIIA/3m H-NAEA'Postduif uiten thuis. Eén van de vliegers was luitenant Koppen. De totale afstand bedroeg 27.500 km die werd afgelegd in 153 uur en 40 minuten. In 1932 nam de LVA deel aan het Tweede Internationale Pooljaar. Twee Fok kers D-VII werden daartoe gestationeerd op het Aerologisch Instituut te IJsland. In datzelfde jaar werd onder leiding van Adju dant Boevink een Fokker S-II lesvliegtuig omgebouwd tot ambulance-vliegtuig. Kapi tein-vlieger Versteegh en de arts Brouwer vlogen er verschillende patiënten mee over van de Waddeneilanden. In juli 1934 werd de eerste grote 'Opendag' op Soesterberg gehouden. Tweeënvijftigduizend bezoekers werden er geteld. Aan belangstelling had de luchtmacht toen ook al niet te klagen. Een bijzonder belangrijk jaar was 1938. In dat jaar om precies te zijn op 1 november werd de Luchtvaartafdeling een zelfstandig wapen,Het Wapen der M ilitaire Luchtvaart' bestaande uit Staf van het Wapen en drie Luchtvaartregimenten te weten: het le en 2e als operationele regimenten en het 3e als logistiek- en opleidingsregiment. 1940-1945 Op 10 mei 1940 moest Het Wapen der Militaire Luchtvaart het met slechts 124, deels verouderde vliegtuigen opnemen te gen een geweldige Duitse overmacht, Niet 13

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1988 | | pagina 13