hadden, protesteerden wij wanneer we ont
vangen vliegtuigen weer moesten afstaan.
Het kost nu eenmaal tijd een squadron
operationeel te krijgen. Voor zover wij na
kunnen gaan, moeten we kortere of langere
tijd ongeveer 23 B-25's in bezit hebben
gehad. Het kwam zover dat men geen
overzicht meer had van de ontvangen en
weer afgestane vliegtuigen respectievelijk
toestellen die direct bij aankomst in Australië
in andere handen overgingen. In juli 1942
begon men dan ook weer met een herregi
stratie. Het eerste toestel werd weer de N5-
122 (N voor North American, code 5 voor
horizontale bommenwerpers, volgnummer
122 omdat men in Indië de Glenn Martins
had genummerd van 001 t/m 120 en de
Fokker T-9 het nummer 121 had gekregen).
De ontvangen N5-122 t/m 127 gingen echter
weer naar de Amerikanen en waren mogelijk
de laatste vliegtuigen uit de noodtoewijzing.
Vanaf nummer N5-128 gingen we echter de
toestellen behouden met uitzondering van
1944 toen wij weer 39 D's enj's aan de RAAF
moesten afstaan. Het laatste toestel, de N5-
266, werd in de tweede helft van 1945
ontvangen. In Australië kregen we dus 139-
39=100 B-25's, al moest één van deze tijdens
de ferry-vlucht van Amerika naar Australië
een noodlanding op zee maken waardoor
het verloren ging. De 100 stuks bestonden
uit 19 C's, 40 D's en 41 J's. Tijdens de oorlog
gingen er 17 toestellen als gevolg van
oorlogshandelingen verloren en 22 werden
er afgeschreven wegens ongevallen, ouder
dom e.d. Onder de 22 zijn er mogelijk die
onder oorlogshandelingen vallen maar dit is
moeilijk na te gaan. Bij de capitulatie van
Japan op 15 augustus 1945 bezat de ML-
KNIL nog 61 B-25's en wel 9 C's, 16 D's en
36 J's.
In de jaren 1945-1950 gingen er 2 toestellen
als gevolg van oorlogshandelingen verloren
en werden 18 vliegtuigen afgeschreven waar
door er in 1950 41 vliegtuigen aan de AURI
(de Indonesische Luchtmacht) werden over
gedragen en wel 7 C's, 10 D en 24 J's. In de
periode 1947-1948 kregen de B-25's een M-
registratie en verhoogde men het NEI
nummer met 200.
De B-25 J N5-264 en daarna M-464, staat nu
weer als Nederlands bezit in ons museum, al
is de bovenmitrailleurkoepel verdwenen en
is er door de AURI hier en daar aardig aan
geprutst.
De in Indië na 1945 overgebleven C's en D's
werden gebruikt als fotovliegtuig, als tran
sportvliegtuig en als trainingstoestel.
De 10 oudste B-25 J's werden omgebouwd
tot 'Strafers' en kregen dus een dichte neus
met 8 mitrailleurs 0.50.
De voorgaande gegevens zijn door meerdere
personen uit Nederlandse en Amerikaanse
archiefstukken samengesteld. Onderzoek
naar mogelijke fouten is nog steeds gaande.
Nu de B-25's die naar Engeland werden
gezonden en daar in Nederlandse handen
kwamen. Schrijver dezes baseerde zich hier
op informaties uit het MLD jubileum boek
en het vademecum deel 1 van ons muse
um.
Januari 1943 kreeg het 320 sqn. (Royal
Dutch Naval Air Service) de informatie dat
haar Lockheed Hudson vliegtuigen zouden
worden vervangen door B-25's. Hiervoor
zou het squadron van Coastal Command
overgaan naar Group 2 Bomber Command
dat reeds was uitgerust met B-25's. Juni 1943
werd 320 sqn. met B-25's weer operatio
neel.
Onder land-lease voorwaarden kreeg het
squadron vanaf maart 1943 tot en met
midden 1945 en onder een FR registratie 64
B-25 C/D's waarvan er één pas in 1947 bij de
MLD terecht zou komen.
Men sprak in Engeland van de Mitchell II.
Tijdens haar operationele periode leende het
320 sqn. nog 20 Mitchells II (C/D's) en 17
Mitchells III (J's) van de RAF waarvan 9
toestellen verloren gingen en/of werden
afgeschreven, en 5 beschadigd retour RAF
gingen.
Van de 64 ontvangen Mitchells II (C/D's)
ging het op 15 augustus 1945 overgebleven
aantal van 28 toestellen naar de RAF (Fers-
Field) om er te worden geconserveerd.
Oorzaak hiervan was dat het squadron zou
omschakelen op 'Mosquito' vliegtuigen en
dan later naar Indië zou worden uitgezon
den. De reeds begonnen omschakeling werd
echter weer afgebroken en op 1 mei 1946
21