75 jaar Koninklijke Luchtmacht
1913 - 1 juli - 1988
'Fokkergalerij' in de Ir. Vreeburghal).
De Directie van het Militaire Luchtvaart
Museum verzocht Fokker de bruikleen te
verlengen en bood aan het vliegtuig voor wat
betreft de houten en linnen delen te restau
reren waarbij de aan te schaffen materialen
door de Stichting Vrienden van het Militaire
Luchtvaart Museum zouden worden bekos
tigd-
Tevens werd de Marineluchtvaartdienst ver
zocht de metalen delen van het vliegtuig te
restaureren.
De restauratie werd op perfecte wijze vol
tooid door de Technische Beroeps Oplei
dingen (Bedrijfsschool) van Fokker.
J. van den Berg
Op 5 juni 1783 werd voor het eerst een luchtballon opgelaten. Dat gebeurde
door de Franse gebroeders Joseph en Etienne Montgolfier te Annonay (Fr.). Op
15 mei 1886, ruim honderd jaar later, keurde de toenmalige Nederlandse
Minister van Oorlog, A.W.P. Weitzel, de aankoop goed van een luchtballon voor
het Nederlandse leger. De ballon, een zogenaamde bolballon van perkaal zou
geleverd worden door de firma Lachambre te Parijs.
Gelukkig werd op de intrede van het vlieg
tuig sneller gereageerd, anders had de
Koninklijke Luchtmacht in 1988 niet haar
75-jarig bestaan kunnen vieren, ze zou zelfs
nog niet zijn opgericht. Na de eerste vlucht,
op 1 december 1903, van het door de
gebroeders Wright ontworpen en vervaar
digde motor-vliegtuig werd reeds in 1909 in
ons land met een vliegtuig gedemonstreerd.
Deze eer viel te beurt aan de Belgische Graaf
De Lambert en wel op 27 juni te Leur
(N.Br.).
Al in 1911 haalden vier Nederlandse offi
cieren, zij het op eigen kosten, het vlieg
brevet, te weten: Eerste-luitenant der Artil
lerie van het Nederlands-Indische leger H.
ter Poorten, Reserve tweede-luitenant der
Cavalerie J. Labouchère, Eerste- luitenant
der Infanterie W.C.J. Versteegh en Eerste-
luitenant der Infanterie F.A. van Heyst. Hoe
primitief de vliegopleidingen toen nog wa
ren, wordt wel het best geïllustreerd met de
wijze waarop luitenant Ter Poorten het
vliegbrevet in zijn bezit kreeg. Hij koos de
opleiding van de Belgische Maatschappij
'Aviator' te Antwerpen, waar men een
uitstekende instructeur had. Enige dagen
nadat Ter Poorten in Antwerpen was aange
komen, kwam deze instructeur bij een
vliegongeval om het leven. Als instructeur
kreeg hij toen een vliegtuigmonteur toege
wezen, die zelf nog nooit met een vliegtuig
had gevlogen en ook niet van plan was dit
ooit te doen. Het werd dus een soort
'droogtraining'. Tenslotte moest Ter Poor
ten het geheel zelf doen, wat hij met succes
deed.
Dat de luchtvaart een belangrijke rol zou
gaan spelen voor militaire doeleinden, daar
van was één man heilig overtuigd, Generaal-
majoor C.J. Snijders. Als sous-chef van de
Generale Staf verzocht hij in december 1909,
de toenmalige Minister van Oorlog W. Cool,
een commissie te benoemen om de toepas
singsmogelijkheden van de luchtvaart voor
onze landsverdediging te bestuderen. Zon
der enige twijfel kan dan ook worden gesteld
dat Generaal Snijders de grondlegger is van
de Nederlandse militaire luchtvaart. De pas
later zo genoemde Militaire Luchtvaart
Commissie werd op 26 maart 1910 door de
Minister ingesteld. Het voorzitterschap werd
gekoppeld aan de functie van Sous-chef van
de Generale Staf, waardoor Generaal-majoor
6