Landen en starten op vliegkamp schep en Toch heeft de Wackett ons een goede aansluiting gegeven op de Harvard voor de jachtvliegcrs en op de Lockheed L-12 voor de komende meermotorige vliegers. Dat er van de 50 Wacketts maar zo'n 30 werden opgebouwd en de rest als onder- delenreserve fungeerde, deerde ons niet. Wat ons wel trof was dat de technische dienst van die 30 stuks er meestal maar maximaal 15 dagelijks op de lijn kon krijgen. Voor de technische dienst was de Wackett dus een kreng met vooral veel problemen met het oliesysteem. Ik heb veel bewondering gehad voor het doorzettingsvermogen van deze dienst Het was daar bloed, zweet en tranen en ik besef nu maar al te goed dat wij deze mensen voor hun prestaties ruim onvol doende hebben gewaardeerd. De Wacketts hebben tot begin 1950 gevlogen waarna ze aan de Indonesische luchtmacht werden overgedragen. In de gehele vliegopleiding van de Indische militaire luchtvaart, maar ook in die van Nederland, heeft de Wackett wel een bijzon der plaatsje ingenomen en was het min of meer letterlijk een vreemde eend. Eduard Na de vorige artikelen over boordvliegtuigen heeft het landen en starten aan boord van vliegkampschepen wellicht interesse. Daarbij dienen we van twee concepten uit te gaan. Het ideale concept, namelijk het vliegdek, dat geen obstructies heeft en derhalve ook geen wervelingen veroorzaakt; het andere concept heeft die wel vanwege de opbouw (eiland). In het eerste concept bevond de brug van het schip zich onder het vliegdek, hetgeen manoeuvreren erg moeilijk maakte. Een eiland aan een der zijden vergemakkelijkte dat aanzienlijk en gaf tevens de mogelijkheid tot het plaatsen van diverse antennes enz. Al heel vroeg vond het linkse circuit voor het landen aan boord van deze schepen ingang. Dat was gebruik te land en 'lag' de vliegers beter. Dat betekende een eiland aan stuur boord van het schip, dat dan zo smal mogelijk, ook vanwege de luchtwervelingen. Dejapanse Marine heeft zowel een links als rechts circuit gekend en dat betekende, dat er enkele carriers waren, die een eiland aan bakboord (links) hadden. De bakboordsop- bouw werd echter in nieuwe schepen in de tweede wereldoorlog weer verlaten. Wil men een vliegtuig snel op een vliegdek tot stilstand brengen of daarvan starten, dan is een korte uitloop c.q. aanloop geboden. Die krijgt men wanneer de wind over dek een zekere snelheid heeft. Die snelheid krijgt men door met het schip in de wind te varen: Heersende (plaatselijke) WIND SNELHEID SCHIP geven de RELATIEVE WIND OVER DEK. Ideaal is 30 tot 40 knopen, afhankelijk van vliegtuig. De relatieve wind over dek zal de uitloop na een landing, maar ook de aanloop voor een start bekorten. Daarnaast kan men de uitloop bekorten door het vliegtuig af te remmen, terwijl de aanloop kan versneld worden door een katapult of bijvoorbeeld startrakettcn. Toen de boord vliegerij begon waren de landingssnelheden zo laag dat zelfs een vliegtuig naast het schip kon vliegen en dan met het schip meevloog, koers wijzigde, zodat het boven het dek kwam en dan langzaam gas terugnam om vervolgens te landen. Zo werd onder meer in 1917 geland op HMS FURIOUS, toen die slagkruiser nog alleen een vliegdek had dat van brug tot boeg 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1989 | | pagina 17