boord, zodat aan de vlieger optisch de juiste daalhoek kon worden doorgegeven ten opzichte van het dek. Daar straalvliegtuigen een nogal vlakke nadering hebben en goed zicht vanuit de cockpit bieden, kon de vlieger zich geheel op de spiegel concentreren. Het gebruikelijke circuit werd hierop aangepast. Indien zijn snelheid onjuist was, werd dat aangegeven door een signaal in zijn kopte lefoon, terwijl een batsman beschikbaar bleef voor advies. Het lanceren van jets werd opgelost met de stoomkatapult. De allereerste katapult ge bruikte als energiebron buskruit. Die gaf veel ongelukken en was erg onbetrouwbaar. Daarnaast kwam de perslucht, vliegwiel katapult en de hydraulische katapult De vliegwiel-katapult stond aan boord van de eerste carriers van de USNAVY. Een vlieg wiel werd daarbij op toeren gebracht en dan gekoppeld aan een slede, waaraan weer een vliegtuig was verbonden. Resultaten waren onbevredigend, ook met de perslucht kata pult. Die waren veel beter met de hydrauli sche katapult Die kreeg zijn energie door een hydraulische druk in een cilinder op te bouwen, die op de slede werd overgebracht. Die slede werd met het vliegtuig door middel van een stalen kabel (of strop) verbonden. Die kabel stortte na de lancering in zee. De eerste jets, zoals de Banshee en Attacker werden nog met deze katapults gelanceerd. Bij zwaardere vliegtuigen bleek ook deze katapult niet krachtig genoeg. Bij de stoomkatapult schiet men dan met stoom onder hoge druk de slede weg. Was bij de hydraulische katapult de versnelling onaangenaam abrubt, bij de stoomkatapult bouwde die regelmatiger op, zodat de vliegers zich niet in de lucht geschopt voelden. Nu kan men met een stoomkata pult vliegtuigen lanceren, die ca 50 ton wegen en zeer hoge beginsnelheden hebben. Zo'n lancering geschiedt door het vliegtuig tegen een parkeerblok dat in het dek kan zinken, te taxieën. Achter het toestel klapt een plaat uit dek op om de gassen uit de straalmotoren) te deflecteren. Dan brengt men de lanceerstrop en de veiligheidsklauw (of ring) aan, waarna de vlieger op een bord de voornaamste checks krijgt voorgehouden. Die zijn onder andere veiligheidsbanden vast, klappen juiste stand, enz., vol vermo gen. Dan gaan de handles naar voren. Zodra de vlieger zich heeft overtuigd dat alles in orde is, salueert hij en drukt zich in zijn stoel, waarop de katapultofficier het lanceerhandle overhaalt. Daardoor zakken de parkeerblok- ken in het dek en komt de katapult in werking. Door de gezamenlijke kracht van katapult en vermogen klapt de veiligheids- klauw en accelereert het vliegtuig, zodat het op ca 2/3e van de katapultlengtc al op vliegsnelheid is. Dan blijft de strop achter, en wordt opgevangen door de vanger, de zogenaamde bridle catcher, een uithouder op het vliegdek, teneinde opnieuw gebruikt te worden. Bij de laatste katapults zit die vast aan de slede. Het nachtvliegen aan boord werd aan het eind van de 20-er jaren begonnen. Het bleef steeds een huzarenstukje. In de tweede wereldoorlog werden daarom operaties meestal overdag uitgevoerd, maar toch kwam de nachtjager aan boord, zoals onder meerde Hellcat, uitgerust met een radar, die dan bij voorkeur geen vrije start van dek maakte, maar met de katapult werd gelan ceerd. Voor de landing had de batsman een speciaal verlicht pak aan, zoals dat in ons museum is te zien. De bats waren ook van lichtjes voorzien. De vliegtuigen kregen speciale lichten onder romp en vleugel, waarmee de stand van het toestel werd aangegeven. Om de vlieger enige referentie te geven, werden aan dek gedempte lichten ontstoken. De tekens van de batsman waren dezelfde als die van overdag. Zodra het vliegtuig was geland werd de dekverlichting zo helder opgedraaid, dat dekpersoneel zijn werk kon doen. Met de komst van hoekdek en landingsspiegel vormde het nachtlanden geen probleem meer, zeker nu ook het automatische landingssysteem in gebruik is. Met het groter worden der vliegtuigen werden ook de vliegkampschepen groter, van ca 5000 ton met 12 vliegtuigen naar 82000 ton met ca 90 toestellen; van een deklengte van ca 125 m naar die van 330 m; van vrije start naar 4 stoom katapults. Zo vermeerderde bijvoorbeeld het gewicht van 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1989 | | pagina 20