De voltallige bemanning van de drie Dornier Wal's, die de vlucht naar Indië zullen maken. nieuwe tandwielkast te kunnen monteren. Om 22.30 uur arriveerde een 2e mecanicien met de tandwielkast en gereed gemaakt voor montage. Zaterdag 6 april. Om 6.00 begonnen met montage, proefgedraaid en proefgevlogen. Men besloot indien de D-23 voor 12.00 uur gereed was nog dezelfde dag te vertrekken naar Berre. Om 11.20 uur startklaar. Ontving echter een telegram uit Berre, dat in verband met een daar aanhoudende Mistral- wind (ca 100 km/h) landen gevaarlijk was en brandstof laden onmogelijk. Daarom be sloten te Hourtin te blijven en de volgende dag rechtstreeks naar Napels te vliegen. De D-23 ook geheel vol geladen met olie en brandstof. Met de D-21 een proefstart gemaakt n.a.v. 's-morgens opgedane erva ring van moeilijk starten in ondiep water van het meer. De D-21 bleek echter ook volge laden zeer gemakkelijk te kunnen starten. In de namiddag was de Nederlandse Consul ook op het vliegkamp aanwezig. Met hem werd het vertrek, het verzenden van tele grammen en opsturen van reserve-onder delen geregeld. Zondag 7 april. Om 5.00 geëmbarkeerd. De motoren van de D-23 willen niet starten. Aanzetpomp blijkt defect. Pomp gedemon teerd, in de werkplaats van het Vliegkamp gerepareerd, gemonteerd en om 10.00 ge reed om te vertrekken, maar aangezien Napels niet meer voor donker was te berei ken, besloten tot Berre te gaan. Om 11.05 gestart en om 15.35 te Berre geland. Het weer was gedurende de gehele route mooi. Wind N, windkracht 3. Tijdens de vlucht geen communicatie daar kort na de start de antennekogel afbrak en de antenne niet uitgevierd kon worden. Vliegtuigen gemeerd aan de boeien van het Marinevliegkamp en ontvangen door de commandant. Ook aan wezig waren een ingenieur en twee mecani ciens van de Lorraine fabriek. Bij controle van de voormotor van de D-23 blijkt deze dezelfde verschijnselen te vertonen als te Hourtin, maar in veel ergere mate. Door de 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1989 | | pagina 16