nodig zijn. De D-22 om 11.15 uur gestart voor een proefvlucht. Krijgen bericht dat er nabij Maudebridge een ongeval heeft plaats ge vonden. Werkzaamheden gestopt aan de D- 21 en de D-23, Ltz. Tetenburg per auto en de off. MSD Holterman per motorboot naar de plaats van het ongeval. De D-22 blijkt na een noodlanding, over de rivier glijdend tegen de Maudebridge te zijn gebotst. De Off. VI. P.S. Everts werd gedood, de sergt. Vltgm. Langeraar en Kpl. Vltgm. Sijmons werden gewond en opgenomen in het Spoorweg hospitaal te Bagdad. Het vliegtuig bleek na van de brug te zijn losgeraakt, gekapseisd en door Off. MSD Holterman ondersteboven in zinkende toes- nedenstrooms gevonden in zinkende toes tand. Kon nog tot voor het vliegkamp Hinaidi worden gesleept, waar het nabij de oever zonk. Het vliegtuig was zo zwaar beschadigd dat het als verloren moest worden beschouwd. Door de R.A.F. zou getracht worden het vliegtuig te lichten teneinde de motoren indien nog aanwezig te bergen. Kpl. Sijmons werd in de namiddag naar het Vliegkamp gebracht. Vrijdag 3 mei. Het stoffelijk overschot van de Off. VI. P.S. Everts werd door de R.A.F. op het kerkhof van het vliegkamp met militaire eer begraven. Sergt. Langeraar voormiddags van het hospitaal naar het vliegkamp over gebracht. Langeraar en Sijmons stellen een onderzoek in naar de oorzaak van het ongeval. Ook door de R.A.F. een commissie van onder zoek ingesteld. Uit Bendar-Abbas bericht ontvangen dat de brandstof op 4 mei in Henjam wordt verwacht. Besloten wordt de tocht voort te zetten en de volgende morgen te vertrekken. Het vertrek en alle in verband met het ongeval te nemen maatregelen geregeld met de Duitse consul en de Air vice-marshall Brook Propham. Zaterdag 4 mei. Om 5.15 uur geëmbarkeerd en om 6.00 uur gestart richting Henjam. Gedurende het gehele trajekt was het weer mooi. Wind W. Windkracht 2-3. Om 15.40 uur LT. geland en gemeerd aan de boeien aan de rede. Ontvangen door de Comman dant van H.M.S. Crocus. Zondag 5 mei. Om 8.30 uur begonnen met onderhouds- en controlewerkzaamheden en olie geladen. Bij informatie blijkt dat de brandstof uit Bender-Abbas nog niet te Henjam is aangekomen aangezien daar reeds enige dagen een shemal woedt en de zeilprauw beschutting heeft gezocht. Maandag 6 mei. Om 8.00 uur met de onderhouds- en controlewerkzaamheden begonnen. Na deze werkzaamheden verder van de dag rust. Met de britse consul te Bender-Abbas geregeld dat de vliegtuigen morgenochtend op de rede zullen landen en verzocht benzine te kunnen bijladen van de daar nog aanwezige voorraad. De rede van Bender-Abbas is in deze tijd van het jaar alleen in de vroege ochtenduren voor het landen geschikt (tot ca. 9 uur) omdat na deze tijd er zeer veel deining en een branding ontstaat door de doorkomende ZW wind. Dinsdag 7 mei. Om 4.00 uur geëmbarkeerd. Om 5.00 uur gestart. Om 5.50 uur te Bender-Abbas geland en gelijk begonnen met brandstof laden. De Britse consul heeft het vertrek, het verzenden van telegrammen etc. geregeld met de Perzische autoriteiten te Bender-Abbas. Om 8.25 uur gestart richting Karachi. Het weer was gedurende de gehele trip mooi, maar heiig. De luchttemperatuur was hoog ca. 97 F. de wind was ZW., windkracht 1Om 16.15 uur LT. geland en in de haven aan de boeien afgemeerd. Ontvangen door de Nederlandse consul, de havenmeester en de commandant van het Aircraft Depot van de R.A.F. Woensdag 8 mei. Om 7.00 uur begonnen met olie en brandstof laden en het uitvoeren van onderhouds- en controlewerkzaamhe den. Met de Nederlandse consul het vertrek geregeld. Donderdag 9 mei. (Hemclvaartdag) Om 6

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1989 | | pagina 6