gedropt.
Later heeft hij met DAF brandstoftankwagens voor de Koninklijke Luchtmacht
ontwikkeld.
In Nieuwsbrief 29 wordt verteld dat hij eind
1918 naar Schiphol werd overgeplaatst om
dit nieuwe vliegveld mee te helpen ontwik
kelen. In de landing op Schiphol ging hij
echter prompt op zijn neus staan door de
grote drassigheid. Hij had het zien aanko
men en had inmiddels de motor afgezet. Bij
de toenmalige snelheden was het vliegtuig
onbeschadigd (moet je nu eens proberen
met een sportkistje).
Op Schiphol trof hij vier houten hangaartjes
aan, een door de genie gebouwde garage en
de verlaten boerderij van de vorige eigenaar.
Alle gebouwen hadden geen licht, ook de
kazerne niet, die aan de andere kant van de
weg lag (zie bijgaande foto). De weg met de
bomen is er nog steeds en leidt naar
Haarlem. Binnen de uitbouw van de ringdijk
ligt een fort, dat later is afgebroken. Nu ligt er
de draaibrug naar Amstelveen.
Militair gezien lag dit veld prachtig, zo dicht
tegen het fort aan en met verbindingen naar
de steden.
De eerste taak die er lag was het droogmaken
van het terrein. Er kwam een ringsloot. De
Kruvff knutselde met zes kleine pompen en
een aandrijfas van bij de sloop gekochte
achterassen van T-Fords plus enkele afge
keurde propellers een watermolentje in
elkaar. Er kwam wel wat water in de ring
sloot, maar niet in de ringvaart. Hij ging het
nu grootser aanpakken.
In Hoofddorp was kermis geweest. De man
van de stoomdraaimolen was bankroet en
het spul stond te koop voor 2000,—.
Hij kreeg krediet bij de Nederlandse Han-
Een luchtfoto van het 'prille' Schiphol, met vier hangars en het fort.
(Foto: N.V. Luchthaven Schiphol)
9