dead reckoning (z.g. DR-fix). Nu lijkt het allemaal gemakkelijk, maar U moogt niet vergeten, dat de koersen op een magnetisch kompas werden gevlogen, dat beïnvloed kon zijn door het magnetisme in het vliegtuig en door de opstelling. En dat betekende, dat alvorens de (WARE) LUCHTweg kon worden geplot van de kompaskoers rekening diende te worden ge houden met deviatie van het kompas en voorts met de variatie van het aardmagnetisme, zoals aangegeven op de plot kaart, omdat de magnetische polen helaas niet op dezelfde plek huizen als de Echte Noord- en Zuid pool, waarmee de kaart werkt. Dit alles, plus het feit, dat de snelheid ook om correctie vraagt, maakt van de navigator een harde werker. Maar er is meer. Hij dient constant zijn bestek bij te houden, niet alleen op de kaart maar ook in zijn log, dwz. echt weten waar hij is. Dat moet hij liefst iedere 30 tot 45 minuten vaststellen. Enkele hulpmiddelen stonden hem daarvoor ten dienste: - een fix dmv. een 'pinpoint' of ware plaatsdie men bij grondzicht waarneemt. Verand ering van koers naar dat pinpoint geeft na berekening de heersende wind, dus ook de grondsnclheid en een verbeterde ETA. Zo'n pinpoint kan een stad zijn, een kruising van wegen of zelfs een schip, zolang men aan dat schip vraagt wat diens positie is. In dit laatste voorbeeld is het enige keren voorgekomen, dat vliegtuigen argeloos aan een schip diens positie per seinlamp vroegen en als antwoord een foute positie of luchtafweer kregen, ook als dat eigen schepen betrof! - een peilingdwz een visuele peiling van een pinpoint, of een radiopeiling. In beide gevallen moeten de peilingen verzeild worden als het maar één pinpoint betreft of één radiostation. Dwz. dat de posities van de eerder genomen peilingen opge- sch :)ven worden naar de laatste peiling om een fix te krijgen met als marge de gevlogen afstand sedert de tijd van peiling. Als peilinstrument kon men een gewoon kompas gebruiken met handvat, maar dat was niet erg accuraat. Beter was het z.g. astrocompass, dat opgelijnd was met de Het Astro-Compass, Mk II. hartlijn van het vliegtuig (dat bood ook de mogelijkheid een hoek t.o.v. een hemel lichaam in te stellen. In dit laatste geval kon men er ook sterren enz. mee identifi ceren). Het kan echter ook zijn, dat men een twee- of drietal pinpoints peilt of idem radiostations. Zondermeer lijkt het duide lijk, dat de visuele peiling in het algemeen zuiverder is, dan de radiopeiling. Dat komt omdat de radiopeilingen beïnvloed worden door de atmosfeer, afbuigingen kunnen maken en er fouten in de peiler kunnen zijn, vanwege opstelling enz. astro gaf ook uitkomst. Dwz. dat van een stel hemellichamen hoogten werden ge meten met een sextant, t.o.v. tijd, waarna via formules de positielijnen per hemel lichaam konden worden geplot. Maar er zijn een aantal adders in het gras. Door de hoogte waarop men vliegt, ontstaan er grote fouten en als men de horizon dan 13

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1989 | | pagina 13