moet opzoeken. Dan speelt niet alleen de beweging van dat doel een rol, maar ook de bewegingen van het vliegkampschip waar van is gestart en waarop ook weer moet worden geland. Dat gaat meestal met een snelheid van meer dan 20 knopen van de lanceerpositie af en zal er waarschijnlijk niet terugkomen. Wel wordt dan een rendez vous voor oplanden afgesproken, maar tactische situaties hebben meer dan eens zo'n rendez vous onmogelijk gemaakt, waardoor de vliegtuigen tekort aan brandstof kregen en bij tientallen een plonslanding moesten maken. In geval van een bewegende vijand en eigen schip moeten beide bewegingen in een constructie worden gebracht en dat is in de beperkte ruimte van een boordvliegtuig, speciaal, wanneer het een éénzitter is voor waar een opgave. Het is dan ook begrijpelijk, dat er vele mechanische, elcctrische en electronische ontwikkelingen plaatsvonden om de naviga tie gemakkelijker te maken en de vlieger/ navigator veel werk uit handen te nemen, zodat hij zich meer op taktiek kon toeleggen. Zo werd het piotbord van de USNAVY ontwikkeld, dat de vlieger uit zijn instrumen tenpaneel kon schuiven. Dan was er de z.g. DR plotter, een machientje, dat alle gegevens ten behoeve van een luchtplot kon bijhou den, waarbij met de ingebrachte wind een positie werd verkregen. Voor grote vliegtui gen kon dan een positie worden geprojec teerd op een tevoren opgelijnde kaart, voor kleinere werd die positie in breedte en lengte gegeven. Voor massaal uitgevoerde aanvallen kwamen de R.A.F. Pathfinders, die over de laatste apparatuur beschikten en die met markeer- ders de weg aangaven voor de overige toestellen. Radar (zoals de ASV, H2s, APS enz. alsmede Gec) en Doppler maakten betere navigatie mogelijk. Met de invoering van tiaagheidsnavigatie, met electronica met transistors, chips, met satellieten is de vlucht van de luchtnavigatie pas echt begonnen, maar daarmee ook de uittocht van de aparte navigator. Blijft echter, wat te doen als alles mis gaat, ook met de contacten met de grond en men de weg kwijt is. Dan is het zaak niet te lang in schaamte verzonken te blijven, maar direct de bemanning te waarschuwen. Dat is voor het moreel goed, ook omdat gezamen lijk de weg naar het goede pad vaak wordt hervonden. Enige voorbeelden uit het ver leden: - Bommenwerper heeft opdracht bij nacht Hamburg aan te vallen. Het is slecht weer, er is ijs en uit de wolken komend, verwacht men land te zien, maar ziet zee. Dat is de Noordzee, er is meer tegenwind, is de conclusie. Dus wordt doorgevlogen. Ondertussen blijft de zee onder hen. Als het ETA target al lang is verstreken, komt de schutter tot de conclusie, dat het wel eens de Oostzee zou kunnen zijn. Dat bleek het geval. De wind was fout toege past. Met afslaande motoren werd op een basis in Engeland geland. Kaart en jour naal waren amper bijgehouden. - Mitchell maakt navigatievlucht. Waarne mer wordt wat paniekerig door remous, geeft foute koers op, merkt dat, maar zegt niets. Vlieger neemt alles voetstoots aan, ziet allerlei ballonnen voor zich, meldt dat, maar waarnemer zegt 'doorvliegen'. Vlie ger draait af, scheldt, en besluit eigen weg te gaan. Ziet grote stad, ziet die niet op de kaart, besluit laag over station te gaan om te zien,waar hij is. Station zegt 'OXFORD', meldt dat aan waarnemer, die zegt dat Oxford niet op de kaart staat. Vlieger ontsteekt in woede, gaat zelf naar huis, landt op fout veld en na daarna op basis te zijn geland, slaat waarnemer met hand schoen. Waarnemer af, werd hulp bij OS&O. - USAAF formatie moet stad aan Rijn bombarderen. Vliegers zeggen doel te zien, navigator van leider zegt dat het verder ligt. Vlieger gaat op bommenrun, en bombardeert stad ca 60 mijlen van echte doel. Argument: Wrong target, but same enemy. - Catalina moet rendez-vous maken met onderzeeboot Y in Pacific. Weer is niet best, bestek is niet erg accuraat, maar navigator houdt vol 'goed' te zitten. Tegen ETA wordt onderzeeboot gezien, er naast geland. Die blijkt Z te zijn en vraagt om positie. Even erna komt Y boven water. Z 15

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1989 | | pagina 15