Een Fokker F. Ill van de Deruluft. De piloot zat
hoofd in een uitsparing in de vleugel.
gons. Via Moskou, waar water en kolen
werden ingenomen, kwamen de D. XIU's,
na een 970 km lange treinreis, in Lipetsk aan.
De overgang van de voorhanden zijnde
verouderde toestellen naar de moderne D.
XIII's verliep vlotter dan sommige pessimis
tische instructeurs hadden gevreesd. De D.
XIII bleek een bijzonder stabiele machine,
licht op de roeren en vergevensgezind voor
de vaak grove fouten, die de leerlingen
maakten.
De instructeurs waren teleurgesteld dat de
machine niet aan z'n propeller kon 'hangen',
zoals z'n beroemde voorganger de D. VII.
Met een totaalgewicht van 1650 kg was de D.
XIII dan ook 750 kg zwaarder dan de D.
VII.
Behalve dat de in het Spaans gestelde
onderhoudsboeken moeilijkheden oplever
den, waren er ook problemen met het
periodieke onderhoud van de Napier 'Lion'
motoren. Deze moesten, in kratten verpakt,
een lange reis naar de Fokker fabriek in
Amsterdam afleggen en vandaar naar de
in deze machine links naast de motor met z'n
Napier fabriek in Engeland. Na de revisie
moest de reis in omgekeerde richting wor
den gemaakt.
Bij Napier wist men niet beter of het werk
werd voor Nederland uitgevoerd, niet besef
fend, dat men in feite bezig was met het
leveren van een bijdrage aan de wederop
standing van de Duitse luchtstrijdkrachten.
Nadat het benodigde niet-metrische gereed
schap was geïmporteerd, kon het groot
motoronderhoud in eigen beheer worden
uitgevoerd in de uitgebreide werkplaatsen in
Lipetsk.
Behalve de illegale samenwerking tussen
Duitsland en Rusland voor wat betreft het
opleiden van toekomstige Duitse jachtvlie-
gers in Lipetsk bestond er ook legale samen
werking in de burgerluchtvaart. Op 24
november 1921 werd de Deutsch-Russische
Luftfahrtgesellschaft, kortweg Deruluft ge
naamd, in het leven geroepen. In deze
maatschappij namen beide landen voor 50
deel. De Duitse helft van Deruluft was in
handen van de Aero Union A.G. Deruluft
21