gebied uitwerpen. Merkwaardig is, dat de
Luftwaffe deze operaties eerst gedoogde,
maar daarna ook tegenstand bood. Dag
bombardementen werden uitgevoerd, vaak
met fatale gevolgen. Jachtvliegtuigen zoals
de Messerschmitt 109 en 110 speelden bij
wijze van spreken met hun prooi; de verlie
zen van Blenheims, Hampdens en Welling
tons stegen onrustbarend. De nachtelijke
operaties kregen de overhand. Toch bleven
de verliezen hoog. De bemanningen werd
nonchalance, zelfs lafheid verweten, meestal
door oudere commandanten, die nog teveel
hinkten op de gedachte van de 'jolly'
airbattles in the Great War.
Een aantal van hen vloog echter nimmer
mee; sommigen hadden alleen meegevlogen
als tweede vlieger op oefenvluchten. Ook
toen de zware bommenwerpers overdag
werden ingezet en ondanks hun bewapening
werden afgeschoten, volhardde men in deze
operaties. Daarbij kwam nog, dat navigatie
en bommenwerpen ver onder de maat
waren. Vliegtuigen raakten de weg kwijt en
als men het doel vond, werd dat maar zelden
geraakt. Het was duidelijk, dat men aan
zelfoverschatting leed. Een fikse bezem was
nodig om van Bomber Command een ware
oorlogsmachine te maken, die het gekozen
concept van Trenchard waar kon maken. De
toenmalige Commander in Chief van
Bomber Command, air chief marshal Sir
Charles Portal werd chef luchtmacht staf. Hij
was een trouw volgeling van het Trenchard-
concept en voorstander om desnoods hele
steden plat te gooien. Zijn opvolger bij
Bomber Command werd air chief marshal
Sir Richard Peirse (1940-1942). Die gaf in
zijn vorige functie van vice chief air staff (plv.
CLS) de aanzet tot betere navigatie- en
bommenrichtmiddelen, betere bommen,
enz. Maar Peirse had de stelling dat
'precision-bombing' op militaire doelen
primair moest staan. In feite wees hij het
platgooien van steden waarin zich militaire
doelen konden bevinden af. De standpunten
over wat eigenlijk het strategisch bombar
dement was liepen uiteen. Peirse moest de
weg ruimen voor Sir Arthur Harris, air chief
marshal. Zijn leus was dat de bombarde
menten van Warschau, Rotterdam en
Coventry terug zouden worden betaald met
het maken van vuurstormen, inferno's van
Duitse steden, zoals de wereld niet eerder
had gezien. Daarmee zouden niet alleen
militaire doelen worden weggevaagd, maar
het moreel van de vijand zou worden
gebroken en de oorlog worden gewonnen.
Hiervoor had hij tenminste 4.000 zware
bommenwerpers nodig, liever meer. Uit een
oogpunt van economie steunde hij het plan
van één vlieger per vliegtuig en niet zoals de
USAAF met een tweede vlieger'in geval van'.
Hij vroeg Portal volledige zeggenschap en
geen bedillerij van Defensie. Zijn concept
moest de hoogste prioriteit hebben. Het
succes van een aanval beoordeelde hij door
stadsplannen bij te laten houden, waarop de
platgegooide stadsdelen werden aangege
ven. Voor die aanvallen in het hart van
Duitsland kreeg hij ook de steun van
Churchill, die de Slag om de Atlantische
Oceaan steeds meer in het nadeel van de
Geallieerden zag komen en die in een
dergelijk luchtoffensief een middel zag, dat
in de gegeven benarde omstandigheden
uitkomst kon brengen. Churchill juichte de
aanval op Pearl Harbor daarnaast zeer toe,
omdat daardoor de Verenigde Staten aan de
oorlog zouden deelnemen. Hoe enthousiast
Churchill eerst ook was over Harris' plan
nen, de aanvoer over zee moest verbeteren,
en meer dan ooit, omdat nu ook de Ameri
kanen een veiliger weg over de Atlantische
Oceaan moest worden geboden. Onderzee-
bootbestrijding vroeg om een grotere lucht
component. Daarmee konden de U-boten
onderwater worden gedrukt en waar moge
lijk ver van de convooien en escortes worden
vernietigd. Tot woede van Harris legde
Churchill de eerste prioriteit op de bescher
ming van de geallieerde scheepvaart en zo
werd een deel van de instromende zware
bommenwerpers ingezet bij Coastal Com
mand. Desondanks wilde Harris zijn plan
doorzetten. Een compromis werd gevon
den; beschikbare vliegtuigen bij Operational
Training Units (OTU) en bij Coastal Com
mand konden, wanneer dat uitkwam, wor
den ingezet voor de bombardementen. Dit is
ook de reden dat ons 320 squadron, toen nog
in Coastal Command, met zijn Hudsons in
13