van de Amerikaanse vliegtuigen erg tekort schoot door de luchtafweer, zodat vaak met bommen werd gestrooid. Het Harris con cept werd daarnaast o.m. tegen Japan meer dan eens gebruikt door de VS Superfortres ses. Daaraan werd wel niet het etiket geplakt dat het primair objectief het breken van het moreel van de inwoners was. Dat betrof ook de aanvallen op Hiroshima en Nagasaki. Bij dat al moet men wel bedenken, dat die bombardementen, evenals die op Duitsland de bevolking niet moreel hebben gebroken. De Duitse bevolking bleef zeer vastberaden, terwijl de Japanners zich verbeten klaar maakten vooreen geallieerde invasie. In feite zou men kunnen zeggen dat de bombar dementen tot in 1945 een averechtse uitwer king op de bevolking hadden. Waren de aanvallen dan zinloos? Dat zijn zij zeker niet geweest. Als zij met grote intensi teit in een kort tijdsbestek waren uitgevoerd, valt het te bezien of het moreel daardoor toch nog niet zou zijn geknakt. Dit was één van Harris' argumenten, waarmee hij Churchill bestookte. Hij vond dat Bomber Command niet de prioriteit had gekregen die het verdiende. In analyses wordt hem hierdoor eenzijdigheid en starheid verwe ten. Dat hij zijn zaak zeer overschatte, hoeft niet te worden betwijfeld. Hij compliceerde de Duitse productie orga nisatie en belemmerde natuurlijk een nog grotere oorlogsproductie. Getroffen steden bemoeilijkten verbindingslijnen, terwijl een veelheid van strijdkrachten, die elders an ders konden worden ingezet, door de aan vallen werden gebonden (naar schattingen ca 500.000 tot 1 miljoen). Operaties tegen ware strategische doelen hadden echter een veel groter effect kunnen sorteren. Dat zegt Speer in zijn memoires onomwonden. De man Harris, die ik een keer na de oorlog ontmoette, leek geenszins een teleurgesteld mens. Hij kwam hautain over, was wat kortaf in gesprek, maar leek uit te stralen. Nu kan die uitstraling als reden hebben met aplomb autoriteit te tonen, een houding die ik wel eens meer ben tegengekomen. Toch maakte Harris de indruk een natuurlijke uitstraling te hebben. Die paarde hij aan een zeker gevoel van communicatie, waarbij kracht termen niet mankeerden. Per definitie toon de hij zich afkerig van de Marine en de Landmacht en dat uitte hij ook, toen ik hem zei, dat ik marineman was. Volgens hem waren Marine en Landmacht op zijn bloed uit geweest. Hoe staat het met het concept, dat hij door dik en dun verdedigde? Hij geloofde zelf, dat indien de oorlog door de Duitsers was gewonnen hij als oorlogsmisdadiger zou zijn berecht. Dan nog zou dat alleen maar zijn vanwege de vele doden, die de bombarde menten opeisten. Een exact cijfer is niet vast te stellen, maar zou rond de 1.000.000 liggen. Maar voor wat betreft zijn visie meende hij zijn gelijk te hebben gekregen door het feit dat de atoombom een einde maakte aan de oorlog. Hier gaat zijn rede nering mank. Het Japanse volk was er klaar voor de Geallieerde invasie een warme ontvangst te geven. Het was evenmin als de Britten en de Duitsers door de bombarde menten gedemoraliseerd. Integendeel, het voelde zich er eerder door gehard. Grote aantallen boden zich aan voor kamikaze opdrachten. Misschien dat de voorwaarde van onvoorwaardelijke overgave de verlie zende partij ook meer deed volharden. Het stelt de leiders van oorlogvoerende partijen immers voor grote dilemma's, totdat zij zelf ten onder gaan, of niet.zoals dat het geval was met de keizer van Japan. Harris moet ook een dilemma hebben gehad. Het verlies van meer dan 56.000 jongelieden, zoals hij hen noemde4my boys' vergoelijkte hij tot aan zijn dood met de opmerking dat er anders veel meer van die generatie zouden zijn gesneuveld bij de landingen en daarna Naschrift: Ik heb in de loop der jaren nogal wat mensen van Bomber Command ontmoet. Met som migen werd ik opgeleid; enigen van hen sneuvelden. In begin 1945 was ik op R.A.F. station Waddington waar men op Lancasters vloog. Zonder enige navraag mocht ik mee als 2e navigator op operatie. Na de briefing kreeg een squadronleader echter argwaan. Nog diezelfde avond werd ik op de trein 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1990 | | pagina 17