Nederlandse electronische avonturen
op Ceylon
Bij de Japanse bezetting van het toenmalige Nederlands Oost Indië ontkwam
een deel van de Catalina vliegboten van de Marine Luchtvaart Dienst naar
Ceylon en naar Australië.
Vier Catalina-PB Y's gingen op 2 maart 1942 op weg naar Ceylon met aan boord
onder andere de bevelhebber van de zeestrijdkrachten in het Oosten (B.S.O.),
de vice-Admiraal C.E.L. Helfrich en een deel van zijn staf.
Op 3 maart landden 3 Catalina's in de haven
van Colombo, de hoofdstad van Ceylon,
thans Sri-Lanka geheten.
De vierde raakte blijkbaar enigszins de weg
kwijt en kwam eerst terecht in Pondicherry,
toen nog een kleine Franse enclave in India,
maar kon zich later bij de andere drie
voegen. De Commandant van deze groep
Catalina's was de Luitenant ter zee-Vlieger
der eerste klasse (Ltz-1V) W. van Prooyen. Al
spoedig werd de groep gedirigeerd naar de
RAF-basis Kogalla een kleine 100 km ten
Zuiden van Colombo.
Kogalla ligt vlak bij Galle aan de Zuidkust
van Sri-Lanka. De Nederlandse aanwezig
heid op Ceylon in de 17de en 18de eeuw
wordt hier nog duidelijk geaccentueerd door
onder andere een Nederlandse kerk in de
stijl van die tijd, straten met Hollandse
namen zoals Lijnbaan, Middelburg e.d., met
huizen hier en daar die nog uit die tijd
stammen, door pakhuizen van de Verenigde
Oost Indische Compagnie (V.O.C.), maar
vooral ook door een indrukwekkende tot in
de zee strekkende vesting gebouwd van grote
basaltblokken.
Naar verluidt lieten de Hollanders de vesting
bouwen door Portugese krijgsgevangenen.
In Galle bevond zich een fraaie Britsche
Sociëteit die al spoedig werd ontdekt en
bezocht door onze MLD vliegers.
Tot hun verwondering troffen ze in Galle een
drietal Nederlandse Marinemensen aan, te
weten Ltz 2 ir. M. Staal, de Ltz 3 C. Riethof
en de sergeant D. Smit.
Hoe kwamen deze lieden nu in Galle en wat
deden ze daar?
De eerste vraag is eenvoudig te beantwoor
den. Hr.Ms. Columbia was als onderzee
boot-moederschip op weg naar Nederlands
Indië toen de Japanners aanvielen en aan
boord van de Columbia was deze Neder
landse groep aanwezig met de opdracht om
oorlogsschepen van de Koninklijke Marine
te gaan uitrusten met radar. Aan boord van
de Columbia was hiervoor rad ar-apparatuur
aanwezig. Hr.Ms. Columbia kwam helaas
niet terecht in Soerabaja maar in Colombo
(maart '42).
Omtrent Radar moeten we in de geschiede
nis terug gaan naar een periode vóór de
tweede wereldoorlog.
Door het physisch laboratorium van de
Nederlandse strijdkrachten, thans Physisch
Electronisch Laboratorium van RVO-TNO,
gevestigd in de Waalsdorpervlakte bij Den
Haag, was al in 1938 een demonstratie
gegeven voor de toenmalige legerleiding.
Overigens was het woord RADAR nog niet
uitgevonden. Het Nederlandse toestel werd
Electrisch luistertoestel genoemd naar ana
logie van de accoustische grote oorschelpen
die de luchtdoelartillerie destijds gebruikte.
De Nederlandse Radar was uitgevonden
door jhr.ir. J.L.W.C. von Weiier en zijn
medewerkers.
Ir. M. Staal, afgestudeerd te Delft begin
1939, was als dienstplichtig militair geplaatst
bij het Physisch laboratorium. Hij was belast
met de produktie van 10 prototypes. Bij het
uitbreken van de oorlog met Duitsland
waren 4 prototypes gereed en was een serie-
produktie van 50 toestellen in voorberei
ding.
14