krijgen met radar. Dat was aanvankelijk niet het geval totdat er een aantal vliegtuigen naar Zuid-Afrika moesten, maar alleen als die vliegtuigen waren uitgerust met radar. Toen stond men inderdaad te dringen. De bovengenoemde radars bestaan uit de volgende componenten: zender, ontvanger, kathodestraalbuis, omvormer 115 V 400 Hz en antennes. Men had helaas vergeten de antennes mee te sturen. Vermoedelijk werden in Amerika deze antennes door vliegtuigfabrikanten geïnstalleerd zodat er met de zending naar China Bay organisatorisch iets mis is gegaan. Staal moest dus niet alleen antennes instal leren, hij moest ze eerst ook nog bouwen en dat dan ook nog zonder werktekeningen. Hij bouwde provisorisch enkele prototypes van de antennes. Hierbij kwam zijn ervaring in Nederland en bij HM Signal School goed van pas. Deze antennes werden ook weer proviso risch aangebracht op een Catalina vliegboot met het doel polaire diagrammen, dat wil zeggen de antennestralingsbundels te meten. Voor een dergelijke ontwikkeling zijn eigenlijk laboratoriumfaciliteiten nodig. Maar afgezien van enkele organisatorische strubbelingen is het toch voor elkaar ge komen. Na het gereed komen van de C.O.L.-radar te Galle werd Riethof aangewezen om de technische leiding op zich te nemen voor de installatie en het operationeel gereed maken van een type 79B 'early warning' radar op een door de RAF gekozen plaats op de Horton Plains, gelegen ongeveer midden in het centrale bergmassief van Sri-Lanka circa 100 km ten Oosten van Colombo. De Horton Plains zijn een golvende hoogvlakte, gemiddeld 1500 m hoog en gelegen tussen bergtoppen. De bekendste bergtop is Adams Peak (2243 m), 25 km noordelijker ligt de hoogste berg van het eiland, de Pidurutala- gala (2524 m). De gekozen opstellingsplaats lag ongeveer 10 km ten Oosten van Adams Peak en was zo gekozen dat van daaruit een onbelemmerd uitzicht bestond naar het Oosten. Uit die richting kon men hoogvlie gende Japanse bommenwerpers verwach ten. Horton Plains was destijds een beschermd en bewaakt natuurreservaat, een prachtig gebied met grasvlakten en bosschages, door sneden met heldere snelstromende beken waarin grote forellen zwommen. Er kwam veel groot en klein wild voor en het reservaat had een oppervlakte van 150 km2. Er waren geen wegen naar toe, blijkbaar om ongewenste toeristen tegen te houden. Wel waren er enkele voetpaden door de dichte bossen. De dichtst bijzijnde weg lag op 10 km, 600 m lager. Voordat Riethof en het RAF team aankwa men te Horton Plains hadden de Sappers al de nodige voorbereidingen getroffen, te beginnen met het verbreden van een bospad zodat dit berijdbaar werd voor tractoren en met enige moeite voor terreinvoertuigen en jeeps. Op deze wijze konden de materialen, brandstoffen en een aantal Nissenhutten naar boven worden gebracht. Voor de zwaardere stukken zoals de Lister diesel generatoren moesten olifanten worden ge huurd omdat de tractoren in de rulle bosgrond wegslipten. Het is een hele be levenis om te zien hoe 2 grote olifanten blijkbaar op hun gemak een dieselgenerator van 5 ton, geplaatst op een houten slede, naar boven zeulden. Er werd een betonnen platform aangelegd waarop de nissenhutten voor het zendstation en de onderkomens voor de bemanning werden gebouwd. Op een soortgelijke fundatie werd een houten vakwerkmast geplaatst van ongeveer 45 meter hoogte voor de opstelling van de radarantenne. Het is duidelijk dat voor de ingebruikstelling van dit radarstation vele problemen moesten worden overwonnen. Het bij elkaar brengen van een 50 tal jonge mensen op een bijna onbereikbare plaats in de wildernis brengt ook problemen mee voor de handhaving van het militaire gezag. Riethof moest dikwijls de nodige steun geven aan de verantwoordelij ke Flightlieutenant van de RAF. Een gebeurtenis die niet onvermeld kan blijven was een onaangekondigd en onver wacht bezoek van Admiraal Helfrich aan het in aanbouw zijnde station. Hoe kwam die nu daar terecht? Hij had zich tijdens een paar 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1990 | | pagina 20