vanwege de technische ontwikkelingen ech ter snel. Nadat de MLD dertig jaren met Neptunes had gevlogen kreeg 320 in 1982 de moderne Lockheed ORIONS P3C Update II, die met hun computersysteem, wapens en uitrusting vliegende fregatten zijn en overal kunnen worden ingezet. De taak, die destijds incidenteel in het kader van de surveillance ten behoeve van de NAVO met Neptunes werd verricht, heeft nu een blijvend karakter gekregen, waarbij Reijkjavik basis is. Menig schip van het Warschau-pact heeft 320 opgespoord en gevolgd. Sedert 1 juni 1940 heeft 320 squadron een eigen stempel gedrukt op de luchtvaart van Nederland. Dat het dat nog vele jaren mag doen, tezamen met 321 squadron, dat zich op een geheel andere wijze deed gelden. 321 squadron 321 squadron begon evenals 320 op 1 juni 1940 in Wales. Daar met de Fokkers slechts één squadron kon worden uitgerust, kreeg 321 op het in de buurt van Pembroke Dock veld Carew Cheriton AVRO ANSONS, die echter ook wel door 320 vliegers werden gevlogen. Gezien de geringe gevechtswaarde van de Fokkers en Ansons werd besloten 321 squadron eind 1940 in 320 squadron te laten opgaan, dat uitgerust werd met Hudsons. 321 squadron kwam echter in mei 1942 weer in dienst, toen een aantal Consolidated CATALINA vliegboten na de val van Java naar Koggala op Ceylon uitweek. In juli 1942 werd verhuisd naar China Bay, dat thuisbasis zou blijven tot het eind van de oorlog. Onder operatief bevel van de R.A.F. werd het belast met diverse maritieme taken, die een groot deel van de Indische Oceaan bestreken. Veelvuldige detachementen, veel al op primitieve bases, langdurige opdrach ten voor convooibescherming, verkennin gen enz. werd de bemanningen beschoren, afgewisseld met het afzetten van agenten in Indonesië. De sterkte van het squadron werd op peil gehouden o.m. met Catalina Amphi- bies die uit Amerika werden overgevlogen. In 1943 kwam ook enig personeel, afkomstig van de e.g. Nederlandse vliegschool in Jackson in de VS. De eentonigheid van de operaties kreeg verandering, toen 321 naast de Catalina's ook Consolidated B-24 LIBE RATORS 4-motorige bommmenwerpers kreeg. Het werd het eerste 4-motorige vliegtuig van de MLD. Daarmee werden van de Cocoseilanden doelen in Indonesië aan gevallen. Na de val van Japan op 15 augustus 1945 duurde het nog tot medio december 1945, totdat 321 onder Nederlands bevel kwam en tot begin 1946 eer het op Java was. De Liberators werden afgestoten en naast de Catalina's kwamen Douglas DAKOTA trans portvliegtuigen. Onder de naam Oostelijk Verkennings- en Transport squadron (OVTS) werden duizenden vlieguren ge maakt in het kader van verkenningen, transportvluchten en operaties verband houdend met de twee politionele acties. Het teruglopende bestand werd aangevuld met Catalina's die uit Canada en Australië kwamen. Op 1 mei 1949 en 12 december 1949 werden de Catalina's in squadron 321, respectievelijk squadron 7 georganiseerd. Na de souvereiniteitsoverdracht aan Indo nesië werden de vliegtuigen in begin 1950 overgevlogen naar Nieuw Guinea, waar in februari 1951 squadron 7 in 321 opging. Het squadron was 4manusje-van-alles'; het oe fende met vloot- eenheden, vloog verken ningen, transporteerde en ravitaileerde ma riniers in de jungle, gaf assistentie bij wetenschappelijk onderzoek, bood medi sche hulp en verzorgde lijndiensten (o.m. naar de Wisselmeren) en bracht wekelijks uit de Vogelkop groenten voor de marineman nen op Biak. Met dat al landde het op de meest ondenkbare plaatsen. De ouderdom van de Catalina's begon echter te tellen. Opvolgers werden begin 1956 Martin MARINER-amphibies, grote zware toestellen, die de goedaardige eigen schappen van de Catalina's misten. In een korte tijd deden zich fatale ongevallen voor, zodat in 1959 werd besloten hen aan de grond te houden en af te schrijven. Daarmee eindigde op droeve wijze het overigens glorierijke vliegboottijdperk van de MLD. De ontstane leemte werd gevuld met een viertal Dakota's afkomstig van de Konink lijke Luchtmacht, totdat de met spoed aangekochte Lockheed NEPTUNES P2V7-B 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1990 | | pagina 9