Anzani motoren in de luchtvaart prestaties van de Nederlandse Marine na de evacuatie uit Nederlands Oost Indië, dan zien we dat ondanks het verlies van een thuisbasis de Nederlandse Catalina vlieg- boten, de Nederlandse oorlogsschepen zoals de Soemba, de van der Zaan, de Tromp en de Heemskerck alsmede de Nederlandse onderzeeboten, mede door de inspanning van het aanwezige technische personeel toch operationeel zijn gebleven. Wat gebeurde er na de oorlog met enkele in dit verhaal genoemde personen? De Ltz Riethof heeft zijn loopbaan beëindigd als Kptz van de Electrotechnische dienst, Sgt Smit werd technisch hoofdambtenaar bij het LEOK in Oegstgeest, Overste Von Weiier werd Directeur van het LEOK en Hoogleraar bij de T.H. te Delft. Hij is helaas in 1988 overleden. De Ltz 2 ir. Staal werd technisch directeur bij de Hollandse Signaalapparaten te Hengelo. C.J.D. Riethof (Kptz bd), ir. M. Staal In het begin van deze eeuw had de in opkomst zijnde 'vliegmachine' zoveel aantrekkingskracht op een aantal snelle jongens, dat zij van de wieier- of motorsport overgingen naar de vliegerij. Een bekend voorbeeld was de Antwerpse luchtduiveljan Olieslagers. Wat minder bekend, maar met hetzelfde sop overgoten, was de Italiaanse wiel- en motorrenner Alessandro Anzani, die z'n eigen motoren construeerde; motoren, die ook in de luchtvaart hun bestemming hebben gevonden. Hij bouwde ze in alle soorten en maten, van twee- tot twintigcilinders. Alessandro Anzani zag op 5 december 1877 in het Italiaanse plaatsje Girla het levenslicht. In 1904 vertrok hij naar Frankrijk en stichtte in Asnières bij Parijs een bescheiden fabriek je, waar hij zich bezig hield met het vervaar digen van rijwielmotoren en in het bijzonder van racemotoren. Behalve hijzelf namen ook andere coureurs met deze motoren aan Louis Blériot in de cockpit van de Blériot XI en motorconstructeur Alessandro Anzani.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1990 | | pagina 7