Jachtvliegers behoedden Engeland voor een Duitse invasie Vijftig jaar geleden voerden enkele honderden jachtvliegers van de Royal Air Force een strijd op leven en dood tegen de overweldigende kracht van de Duitse Luftwaffe. Een strijd, die onder de naam 4Battle of Britain de geschiedenis is ingegaan en die het leven eiste van 375 piloten van R.A.F. Fighter Command. Zij aan zij met de Britten vochten tientallen door de Duitse oorlogsmachine van huis en haard verdreven Tsjechen, Polen, Belgen en Fransen. Ook uit de Dominions, zoals Canada, Australië, Nieuw Zeeland en Zuid-Afrika spoedden jachtvliegers zich naar Engeland om daar de gelederen te gaan versterken. Zelfs enkele Amerikaanse vrijwilligers staken de oceaan over om daadwerkelijk te helpen de Duitse horden uit Engeland weg te houden. De Engelsen hechten aan tradities; daarom wordt het Britse volk telkenjare herinnerd aan een gebeuren, dat van doorslaggevend belang is gebleken voor het verdere verloop van de Tweede Wereldoorlog en uiteindelijk tot de nederlaag van het Nazidom. Toen Adolf Hider in de zomer van 1940 aan Hermann Göring opdracht gaf om met de Luftwaffe Engeland vanuit de lucht aan te vallen, zal hij weinig hebben kunnen ver moeden, dat hij hiermee de eerste stap zette op de weg naar de nederlaag van de Derde Rijk. De Luftwaffe leek onoverwinnelijk. Hij triomfeerde in de Spaanse Burgeroorlog; vernietigde, na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in september 1939, in een paar weken tijds de Poolse luchtmacht en effende in mei 1940 de weg voor de opruk kende Duitse legers in Nederland, België en Frankrijk. Om de Duitse overwinning te completeren moest alleen Engeland nog veroverd worden en wel door middel van een invasie, 4Operatie Zeeleeuw' genaamd. Om deze invasie met succes te bekronen moest het luchtruim boven Engeland door de Duitse luchtmacht worden beheerst. De laatste hinderpaal, de Royal Air Force, die zich niet zonder slag of stoot zou overgeven, moest nog uit de weg worden geruimd. Het offensief werd met massale luchtaanval len ingezet, waarbij talrijke formaties bom menwerpers door sterke groepen één- en tweemotorige Messerschmitt Bf-109 en Bf- 110 jachtvliegtuigen werden begeleid. Er werd bij deze aanvallen voornamelijk ge bruik gemaakt van de beruchte Stuka (de Junkers Ju-87 duikbommenwerper), maar ook werden herhaaldelijk Heinkel He-111, Junkers Ju-88 en Dornier Do-17 en Do-215 bommenwerpers in de strijd geworpen, die aanvankelijk in hoofdzaak tegen de Britse scheepvaart was gericht. Op 8 augustus begonnen de Duitsers op massale wijze konvooien aan te vallen, boekten verschil lende successen, maar zagen grote bressen in hun formaties slaan door de in allerijl te hulp gesnelde Britse Hawker Hurricane jacht vliegtuigen, waar ze niet tegen waren opge wassen. De Duitsers gingen door met hun aanvallen en op 12 augustus werd Dover door 200 vliegtuigen, die in 11 achtereenvolgende formaties kwamen aanvliegen, gebombar deerd. Tegen 12 uur's middags kwamen nog eens 150 vliegtuigen aanzetten, die het eiland Wight en Portsmouth aanvielen. Als een beschermende parapluie vlogen Duitse jachtvliegtuigen op grote hoogte boven de aanvallende bommenwerpers. Dit kon de Britten echter niet weerhouden de indrin gers onophoudelijk met hun Spitfires en Hurricanes te lijf te gaan. Menig Duits vliegtuig deed het zeewater hoog opspatten 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1990 | | pagina 20