terwijl ook de operaties tegen de Russen beslag legden op deze vliegtuigen, zodat de Luftwaffe het liet bij minder grote nachtaan- vallen op diverse doelen, die allengs ook uitbleven, omdat het luchtoverwicht ook 's nachts in Britse handen kwam. Tot mei 1941 wierp de Luftwaffe ca. 54.500 ton aan bommen, w.o. brandbommen op Groot Brittanië 40.000 personen werden gedood, meer dan 86.000 gewond, terwijl 2 miljoen huizen werden vernietigd, waarvan 60% in Londen. EEN NABESCHOUWING Wis de Batde of Britain nu werkelijk de sleutel van de latere geallieerde overwin ning? Dat is een vraag die veel is gesteld en die vooral door de Britten heel positief wordt beantwoord. Daarbij waren wat minder positieve geluiden te horen van de zijde van de andere krijgsmachtdelen, vooral van de Royal Navy, die vasthield aan het feit, dat de invasie van Engeland ook zou kunnen worden afgewend zonder de immense in spanning van de R.A.F., zij het dat de verliezen bij het neerslaan van de invasie- vloot immens groot zouden zijn geweest. Zouden de Duitsers het luchtoverwicht hebben verworven, dan zouden de eenhe den van de RN het zeer zwaar te verduren krijgen, zwaarder dan men eigenlijk in die tijd dacht. Want toen heerste nog de over tuiging, dat het slagschip als stekelvarken uitgerust met luchtaftveer het tegen vliegtui gen kon opnemen. Nog op 11 november 1940 werd die stelling geheel ondergraven toen het vliegkampschip HMS Illustrious met 21 verouderde Swordfïshes in de Golf van Taranto drie Italiaanse slagschepen uitschakelde. En die stelling zonk in haar weg, toen het moderne slagschip Prince of Wales en de gemoderniseerde slagkruiser Repulse op 10 december 1941 door Japanse vliegtuigen tot zinken werden gebracht Die drama's hebben de waarde van de Batde of Britain alleen maar doen toe nemen. Sedert dien zorgden de Amerikanen ervoor dat hun invasies op de Japanse eilanden in de Pacific werden uitgevoerd, mits er nagenoeg abso luut luchtoverwicht was verworven. Dat was feitelijk ook het geval bij de invasie van Noripandië, waarbij de geallieerden op de eerste dag meer dan 11.000 sorties vlogen, waarvan het grootste deel was bestemd om de landingen ongestoord te laten plaatsvin den. Een veel gestelde vraag is of er Nederlanders aan de Batde of Britain hebben meegedaan. Dat is niet het geval geweest. Wel zijn Tsjechen en Polen ingezet, die na de bezet ting van hun landen waren ontkomen. Van Duitse zijde is de vraag veel gesteld, waarom de Luftwaffe met zo'n overwicht toch niet in staat was de R.A.F. uit te schakelen. Een principe van oorlogsvoering is krachten te bundelen. De Luftwaffe heeft zich in de benodigde vliegtuigen erg verke ken, want niet alle vliegtuigen werden inge zet. Een groot aantal werd echter achter de hand gehouden voor eigen verdediging en voor de aanval op Rusland. Zouden die allen wel beschikbaar zijn geweest, dan had de geschiedenis een andere koers gevaren. Een ander punt is, dat de Luftwaffe reeds bij de aanval op Nederland, België en Frankrijk dergelijke verliezen was toegebracht, dat die niet konden worden gecompenseerd. Daar bij werden derhalve risico's genomen, die eigenlijk niet verantwoord waren. In dit verband heeft Hider teveel invloed gehad op de oorlogsvoering,waarbij hij soms orders gaf, die uit een militair oogpunt niet juist waren. Hij had bovendien van Napoleon kunnen leren, want toen die Rusland bin nenviel bleef er een andere vijand, n.l. Groot Brittannië, dat de zee beheerste en dat overwicht op alle mogelijke manieren uit buitte. Daarbij zou men best kunnen stellen, dat de slag bij Trafalgar te vergelijken is met de Batde of Britain. De 'state of arts' of de techniek lag alleen op een ander niveau. Kortom, de Batde of Britain mag nu reeds een halve eeuw geleden plaats hebben gevonden, door de eeuwen heen zal die slag een grote indruk op een ieder maken, die zich bewust is van cruciale keerpunten in de geschiedenis. Naast de Batde of Britain dient dan meteen de Batde of the Adantic ge noemd te worden, die meedogenloos gedu- 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1990 | | pagina 9