Boston bommenwerper van de kade van
Tjilatjap naarTasikmalaja. Hij had nog nooit
zo'n kist gevlogen, had niet eens pilot's notes
bij de hand, maar met enige hulp van een
Amerikaan besloot hij het toch erop te wagen
erop rekenend, dat de kade juist lang genoeg
was en nogal een eind boven water lag. De
strijd was toen al eigenlijk gestreden, maar
niet voor Burgerhout, niet voor Witholt en
zovele anderen. Met enige moeite keerde
Hugo Burgerhout terug in Tjilatjap, dat
aangevallen werd en waar maar 1 bruikbare
Catalina overbleef. Daarmee werd het maxi
maal aantal passagiers meegenomen en
startte hij voor een vlucht naar Australië.
Van daar ging hij naar Ceylon,om daar tot
medio 1943 bij 321 squdron op Catalina's te
vliegen en soms ook wat andere vliegtuigen,
tenminste als de R.A.F hem daartoe de kans
gaf.
Bij 321 squadron verveelde hem de lange
vluchten over de Oceaan. Hij juichte een
plaatsing naar Engeland dan ook toe, waar
hij bij 320 squadron commandant zou
worden. In squadron 320 was n.l. de com
mandant Bakker boven Brest neergeschoten.
Zijn hele formatie Mitchells was uit elkaar
geslagen.
Op die dag, de 25e oktober 1943, kwam ik als
jong ventje bij 320, verbaasd staand dat na
zo'n calamiteit een ieder niet rouwde, maar
aan de bar stond en met luide stemmen
sprak, wie de nieuwe commandant zou
worden. Dat was voor een aantal weken een
vraag. Het werd Burgerhout, tijdelijk hoofd
officier vlieger der 2e klasse, dus overste.Bij
zijn aankomst zei hij met weinig omhaal wat
hij van ons verwachtte:4Wij zijn in de oorlog
om die te winnen. Dat stelt harde eisen aan
mens en materieel. Sommigen van U kun
nen of willen dat niet meer opbrengen,
meldt U zich dan bij mij, opdat ik voor U
elders mijn best kan doen, maar wachten
kunnen we niet te lang, want dit squadron
moet een team zijn zonder achterblijvers.'
Op slag veranderde de sfeer. Dat was zeer te
merken, toen ik terugkwam van een
Operational Training Unit met mijn be
manning Vijzelaar. Op Dunsfold vroeg
Burgerhout mij zijn waarnemer te worden.
Dat is dan ook gebeurd, een jonge onervaren
knul, die vloog met een ervaren doorgewin
terde figuur. Maar alras werkte onze beman
ning, onder wie de onvolprezen Hans van
Lingen en Goudeketting als een team. Onze
eerste operatie was naar IJ muiden. Opmer
kelijk was de rust, die Burgerhout ons gaf,
toen het flak rond ons was. De operationele
waarde van 320 groeide met de dag. Het
squadron was in korte tijd een team gewor
den.
Vele malen stond Burgerhout met beman
ning op de Battle Order als leider van een
operatie. Bij briefingen was hij kort, zakelijk,
maar ook aanmoedigend. De invasie stond
voor de deur. Wij oefenden nachtvliegen,
ook in formatie. Dat was met een Mitchell
geen sinecure. Burgerhouts inbreng deed
dat eindigen, nadat ook wij de uidaatgassen
van een voorvliegende Mitchell hadden
geroken en haast op onze kop lagen. Jammer
dat er bij een ander squadron eerst een paar
kisten tegen elkaar moesten vliegen.
Operational Fatigue is de Engelse benaming
voor een gevoel dat zich van iemand in de
oorlog meester maakt, waardoor hij onder
grote spanningen niet meer goed functio
neert. Je loopt daarmee niet te koop, maar
moet er doorheen worden gehaald. Op 29
mei 1944 bombardeerden wij een fout doel.
Burgerhout zond mij voor enige rijd met
vakantie. Reeds op 4 juni 1944 's avonds laat
lag er een telegram om direct terug te
komen. Toen ik mij 's morgens vroeg bij
hem meldde zei hij: Tk voel dat er wat staat
aan te komen en dat wil ik alleen maar met
jou in de bemanning meemaken.' Die
middag vlogen wij weer, in de nacht ook,
maar toen boven Normandië. De invasie
beleefden wij ten volle, zij het dat het slechte
weer die eerste nacht het bombarderen
belemmerde. Talloze vluchten voerde het
squadron daarop uit, vele keren geleid door
de squadron-commandant
Boven vijandelijk gebied was hij, zoals
gezegd, beheerst en de rust zelve, zeker
wanneer er op ons werd geschoten. Een
aantal keren bestreden wij zijn visie. Dat
accepteerde hij dan zonder veel omhalen.
Steeds gaf hij Leiding met een hele grote L.
Zelfs als een kist was geraakt en een nood-
11