R.A.F. Coastal Command
zo. Hij kon heel halsstarrig zijn, tegelijk
charmant, terwijl humor hem altijd eigen
was. Dat toonde hij niet alleen boven
vijandelijke gebied, maar ook op andere
onverwachte momenten.
Bij één van zijn laatste bezoeken, dat was
toen wij met oude getrouwe 320-ers bijeen
waren, door mij oneerbiedig 'the old gang'
genoemd, zei hij mij, dat hij zich opgebrand
voelde. Zijn gehoor was sterk achteruit
gegaan en ook zijn ogen.
Zo ging gleed hij langzaam weg. Als ik hem
telefoneerde zei hij, dat dat hem een tijdje
opknapte. Als U Koninklijke Hoogheid had
opgebeld, leek U hem weer voor een jaar
moed te geven. 'Jammer dat we de Prins niet
bij 320 mochten hebben', heeft hij meer dan
eens gezegd. 'Maar zo is toch wel beter
geweest Want anders was hij misschien
afgeschoten en had hij niet zoveel voor ons
rare landje kunnen doen.'
Zijn Militaire Willems-Orde kwam in de
cember 1950. Dat is laat, misschien dat hem
de procedure niet lag. Maar gelukkig niet te
laat. Hij heeft met de Dornier en de
Catalina,voor de MLD in het Verre Oosten
grootse dingen gedaan. Met alle eer van alle
verdiensten in Coastal Command, gaf hij
320 daarna, vliegend met Mitchells in de 2nd
Tactical Air Force in de moeilijkste dagen
van de oorlog, immense inspiratie en maakte
het squadron en zichzelve tot een begrip
waarop Nederland trots mag zijn, zeker ook
de Kon. Marine en de MLD en ook de R.A.F.
waar 320 een grote naam heeft gekregen, niet
alleen door toen, maar ook daarna.
Dat hier in dit museum een memento voor
Burgerhout als marinevlieger Ridder Militai
re Willems-Orde nu staat, bestaande uit een
bronzen portret, vervaardigd door Koos
Struys, zijn onderscheidingen en enige
andere attributen is eens te meer begrijpe
lijk, niet alleen vanwege zijn eigen verdien
sten, maar toch ook, omdat daarmee hier
een uniek brok van de Nederlandse vliegerij
van weleer wordt vertegenwoordigd, alsook
allen van de MLD worden geëerd, die in die
jaren met hem waren. Dat het niet alleen een
waardering moge zijn voor hem en hen,
maar dat het ook inspiratie mag geven voor
de jongelieden van nu en na hen, die
eigenlijk dezelfde leeftijd hadden als wij
toen.
Koninklijke Hoogheid, juist daarom be
schouw ik het als een voorrecht om U nu te
vragen, tezamen met de kleinzoon van Hugo
Burgerhout, naar hem genoemd, het doek
weg te trekken, waarmee het memento
tevens aan het museum wordt overgedragen.
In eerdere Nieuwsbrieven kreeg U al enig inzicht in de diverse commando's van
de Royal Air Force. R.A.F. Coastal Command mag daarbij niet worden
vergeten, juist omdat zovele Nederlanders daarbij waren betrokken.
Toen in 1918 de R. A. F. ontstond uit de Royal
Naval Air Service en het Royal Flying Corps
werd alles wat militair vloog in Groot
Brittannië 'op één hoop gegooid'. Hoe de
Britse Admiraliteit ook poogde de water
vliegtuigen en vliegboten onder zich te
houden, omdat 'zij immers vliegende boten'
waren met eigen specifieke taken, de beslis
sing was doordrengd in politiek en niet terug
te draaien. De Admiraliteit verzekerde ech
ter wel de mogelijkheid de vliegtuigen onder
operationele controle te krijgen. Eerst waren
deze vliegtuigen bij een algemeen comman
do ondergebracht In juli 1936 werd beslo
ten tot de instelling van een apart comman
do, Coastal Command. Dat hield verband
met de grote uitbreiding die aan defensie
werd toegekend vanwege de opkomst van
14