voor maritieme patrouilles vooral van de Azoren opereerden. Admiraal Doenitz kende echter de beper kingen van de vliegtuigen maar al te goed, zodat de convooien, zodra zij buiten bereik van vliegtuigsteun waren, het van gecoördi neerde U-boot aanvallen hard kregen te verduren. De R.A.F. nam voor Coastal Command ook Catalina's in dienst, die ca 24 uur in de lucht konden blijven. Een oplossing was ook de B- 24 Liberator, die speciaal voor maritiem gebruik was gemodificeerd en die door zijn bereik een groot deel van het voordeel dat de Duitse U-boten hadden, verloren deed gaan. Maar alsnog bleef er een hiaat, de z.g. 'gap', die pas kon worden 'opgevuld', toen de geallieerden hulpvliegkamp/dekschepen met hun boordvliegtuigen daartoe inzetten. Qua navigatie- en opsporingsuitrusting wer den grote vorderingen gemaakt. Dat was te danken aan de betere kompassen, en naviga- tieplotter, waarmee de luchtweg werd bijge houden en de grote missers in navigatie aanzienlijk verminderden. Zo kon het ge beuren, dat een Sunderland in 1940 maar ca 20% kans had een convooi te vinden. Dat werd 75% met de moderne middelen. Air to Surface Vessel radar, n.l. de ASV kwam sedert 1941 steeds meer aan boord van de vliegtuigen, waardoor operaties ook 's nachts veel effectiever konden worden uitgevoerd. Daarbij werd door toedoen van ene squa dron leader De Leigh een naar hem ge noemd zoeklicht ontwikkeld, dat met de radar kon worden gericht en dat het de toen voor aanvallen aan de oppervlakte komende U-boten, duur kwam te staan. Ook de wapens werden steeds beter, zoals de diep tebommen, speciale anti-shipping bommen en de raketten, waarbij de 60 lbs kop een uitwerking had van een granaat van een 15 cm kanon. Van de meer dan 740 U-boten die de Duitse Marine in de Tweede wereldoorlog verloor nam Coastal Command er 188 tot 192 voor zijn rekening. Tezamen met de Royal Navy werden 19 mogelijk 24 tot zinken gebracht. Daarnaast claimde de R.A.F. vliegtuigen op zee tussen de 120 en 131 U-boten te hebben bescha digd, zodat die gedeeltelijk of geheel in hun operaties werden beperkt. Dit zijn formida bele cijfers! Daarbij moeten nog worden geteld de 70 onderzeeboten, die door bom bardementen van Bomber Command op werven of in havens werden vernietigd. (Overigens een operatie, die Coastal Com mand en Royal Navy als eerste prioriteit zagen maar die 'Bomber' Harris steeds had geprobeerd tegen te houden.) Concentreerde Coastal Command zich voornamelijk op de bestrijding van de U- boot, daarnaast werden ook operaties tegen oppervlakteschepen geïntensiveerd, toen men de beschikking kreeg over torpedo bommenwerpers zoals de Bristol Beaufort en de jachtbommenwerpers Beaufighter en Mosquito. De z.g. anti-shipping strikes brachten de vijand aanzienlijke verliezen toe en legden nagenoeg het scheepvaartverkeer langs de vijandelijke kusten lam. Aparte vermelding verdient de aanval in april 1941 op de slagkruiser Gneisenau in Brest, uitgevoerd door Beauforts van 22 squadron. Nadat eerst Bomber Command vergeefs Brest had geprobeerd te bombar deren werd Coastal Command ingescha keld. Slechts de Beaufort van Flying Officer Campbell slaagde erin laag over het water vliegend in de binnenhaven zijn torpedo op 500 m te lanceren, terwijl hij beschoten werd door een drietal flakschepen en de gehele batterij van de Gelsenau. Meteen erna werd het vliegtuig letterlijk uit elkaar geschoten, maar de torpedo trof het achterschip, zodat het schip voor 8 maanden in reparatie moest. Campbell kreeg voor zijn daad postuum het Victoria Cross. De Duitsers hadden in hun rapporten daarvoor openlijk hun best ge daan! Daarnaast mag niet onvermeld blijven, dat de ondergang van het slagschip Bismarck werd ingeleid door een Catalina, die het schip verkende en daarna lange tijd scha duwde. Beauforts namen ook deel aan de aanvallen op de Gneisenau en zijn zusterschip Scharn- horst, toen deze in februari '42 met succes de uitbraak door Het Kanaal deden. Daarbij waren overigens ook Swordfishes van de Fleet Air Arm betrokken, die alle werden neergeschoten en waarbij luitenant ter zee 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1991 | | pagina 16