Esmonde zijn aanval zo ver doorzette, dat
dat grote bewondering van Duitse zijde
oogstte, zodat ook hij het Victoria Cross
postuum verwierf.
Mochten bij deze aanval de torpedo's dan
geen resultaat hebben gegeven, dat deden de
door Coastal Command gelegde mijnen wel;
de Scharnhorst werd door een mijn bescha
digd en had moeite om naar Kiel te komen.
Naast genoemde taken had Coastal Com
mand ook de beschikking over een Photo
Reconnaissance Unit. Toen n.l. de oorlog
uitbrak was er bij de R.A.F. aan deze tak van
specialiteit eigenlijk niets gedaan. Privé had
ene Sidney Cotton en ene George Tuttle met
een Lockheed 12 A fotovluchten boven
Duitse havens uitgevoerd, die de aandacht
van het Air Ministry trokken, zodat dat beide
mannen met een klein team medewerkers
werden gemobiliseerd en het Photographic
Development Unit (PDU) vormden. Met veel
moeite kreeg tot wing commander verheven
Cotton een van mitrailleurs ontdane Spitfire,
vergrootte de brandstofcapaciteit en instal
leerde er speciale camera's. Daarmee wer
den de foto-verkenningen van vijandelijke
havens geïntensiveerd. In de lente van 1940
werden de Spitfire en Lockheed 12A naar
Frankrijk gedetacheerd, van waar zij een
aantal vluchten maakten over vijandelijk
gebied. De foto's die zij terugbrachten
toonden de intensivering van de opbouw van
de Duitse strijdkrachten voor een op handen
zijnde aanval duidelijk aan.
Die interpretatie werd echter terzijde ge
schoven, zodat de plaatsen van de aanval op
Nederland, België en Frankrijk verrassingen
gaven. De Royal Navy en de commandant
van Coastal Command zagen in de foto
verkenningen grote voordelen en wisten te
bewerkstelligen, dat het PDU meer Spitfires
kreeg. Prompt ontpopte zich een strijd
onder welk commando het PDU nu moest
komen. Daarbij eiste Fighter Command het
PDU voor zich op, waarbij argumenten
werden gebruikt, dat de Spitfire, jachtvlieg
tuig zijnde, in feite bij het commando
behoorde, dat die vliegtuigen vloog. Bomber
Command deed daartoe ook verwoede
pogingen in verband met het interpreteren
van foto's na bomaanvallen. De knoop werd
echter op 16 juni 1940 doorgehakt; het PDU
werd ingedeeld bij R.A.F. Coastal Com
mand als Photographic Reconnaissance Unit
(PRU), met als doel ook opdrachten van
andere onderdelen te moeten kunnen uit
voeren.
Daarnaast kwam er een Photographic Intel
ligence Unit, het PIU, dat foto s interpre
teerde en een archief bijhield van alle
gemaakte foto's. Het stond ter beschikking
van alle strijdkrachten.
Eind 1940 telde het PRU 11 Spifires, en 3
omgebouwde Hudsons. Gedurende de
Battle of Britain werden regelmatig verken
ningen gemaakt van Noorwegen langs de
kusten tot in de Middellandse Zee. Vanwege
de strijd daar werd er te Malta een PRU in
dienst gesteld. Uiteindelijk waren er 5 PRU's,
die alle onder Coastal Command stonden.
No. 3 PRU stond echter alleen ter beschik
king van Bomber Command. No. 5 PRU
bevond zich in India. Begin 1944 beschikte
Coastal Command voor de PRU's over 14
squadrons Spitfires en 5 squadrons Mosqui
to's. Amerikaanse PRU vliegtuigen werden
daarnaast bij de Britse PRU's ondergebracht.
Bij al dit stille, maar o zo onontbeerlijke
bedrijf werden voornamelijk camera's ge
bruikt van het type F8, met brandpunts
afstanden van 35 en 50,5 cm.
Behalve foto's brachten de PRU vliegtuigen
ook belangrijke meteo informatie terug. Die,
tezamen met alle meteorapporten van over
zee vliegende vliegtuigen van Coastal Com
mand leidde ertoe, dat een apart meteo-
squadron werd opgericht, dat zich beijverde
over de Oceaan lage druk gebieden en
andere meteofenomenen op te sporen. Ook
na de oorlog bewees dit squadron nog
beduidende diensten.
Ondertussen groeide Coastal Command
nog steeds. Vliegtuigen, die niet meer ge
schikt waren voor bombardementen op
Duitsland konden bij Coastal Command
alsnog heel nuttige taken doen. Dat was o.m.
het geval met de Whidey's en Hampdens,
daarna ook met de Wellingtons. In feite was
het vliegtuigbestand van Coastal Command
een conglomeraat van vliegend allerlei.
Medio 1943 waren er ca 69000 man in dienst
17