werd uiteraard naar een vredessterkte terug gebracht. Naast het hoofdkwartier te North- wood bleven No. 18 Group in Schotland en No. 19 Group in Plymouth over. Naast de nog in dienst zijnde Sunderlands kwamen een aantal Halifaxes en vooral ook omge bouwde Lancasters. Lancasters en Sunder lands, zo'n 120 vliegtuigen in totaal, vorm den voor enkele jaren het voornaamste bestand van Coastal Command, dat de Sovjet dreiging moest weerstaan. Coastal Command behield de taak van Search and Rescue en kreeg daarvoor de beschikking over helikopters, hetgeen uiteindelijk ertoe leidde dat rond de Britse eilanden nu Wesdand Seakings zijn gestationeerd. Ondertussen was, gebaseerd op de Lincoln, een maritiem patrouille vliegtuig ontwikkeld waarin de laatste snufjes op het gebied van onderzeebootbestrijding (sonoboeien enz) en verkenning zouden komen. Dat werd de Shackleton, die in de begin jaren vijftig langzaam instroomde en ook de tijdelijk van de VS gekregen Neptunes verving. Naast de Shackletons kwamen in 1970 Nimrods in dienst, afgeleid van de eerste Britse passa giersjet, de Cornet Bij de reorganisatie van de Britse defensie en van de R.A.F. werd de naam van Coastal Command R.A.F. Maritime Command. Toen de R.A.F. de V-bombers moest op geven en de Royal Navy haar vliegkamp schepen, behielden de Buccaneers van de RN, nu echter in de R.A.F., een maritieme aanvalsrol. Voor enige tijd werden V-bom bers ingezet om boven de Oceaan verken ningen te doen naar de Sovjet vloot Bij de laatste organisatie verandering ging Mari time Command in een vernieuwd Strike Command op met Northwood als hoofd kwartier van No. 1 Group en met onder zich Pitreavie en Plymouth, de voormalige hoofdkwartieren van No. 18 en No. 19 Group, nu echter als Northern and Southern regions met 36 Nimrods. HECHTE BAND MLD EN R A F. Toen onze 320 en 321 squadrons op 1 juni 1940 in Wales werden opgericht ontstond er een hechte band met Coastal Command, die ook de gehele oorlog door zo is gebleven. Na eerst even op Fokker T VIII-W1 s, Ansons en daarna Hudsons te hebben gevlogen betuig de de CinC Coastal Command heel veel spijt toen 320 naar Bomber Command ging om daarna bij de 2nd Tactical Air Force te komen. Op Ceylon bleef echter de band met de R.A.F. via No 222 Group, waaronder 321 squadron ressorteerde met zijn Catalina's en Liberators tot begin 1946. (Overigens stond No. 222 Group niet onder Coastal Com mand, maar van die zijde werd wel begelei ding gegeven). Toch bleven er in het VK in de oorlog banden doordat enige MLD'ers bij Coastal Command in andere squadrons kwamen en er uitstekend voor de dag kwamen. Enkelen worden hier graag genoemd: De ex-320,ers officier vlieger Van Waart en zijn waarnemer ltz waarnemer Bierenbroodspot, die Beau- fighters vlogen en die na een succesvolle aanval 's nachts hun vliegtuig met succes wisten te ditchen. Voor hun operaties kregen beide de Britse D.F.C. Dan past hier ook August van Rossum, ex- 320, luitenant vlieger ML, die met een Halifax de strijd aanbond met een U-boot en deze op voorbeeldige wijze tot zinken wist te brengen, waardoor hij een D.F.C. verwierf. En zo zijn er nog enkelen, zoals ltz Guillio- nard, die op Liberators vloog en niet terug kwam van een operatie. Na de oorlog, toen 320 en daarna ook 321 weer maritieme patrouille vliegtuigen had den, waren er veelvuldige detachementen op Kinloss (Sc), Bally Kelly (N. Irl), St. Mawgan (Cornwall), alsmede Machrihanish (Sc). Ge durende die tijd stonden de Harpoons, later de Neptunes, de Atlantics en ook Orions onder operationeel bevel van R.A.F Coastal en later Maritime/Strike Command. Menigmaal werd het MLD-detachement gevraagd een missie over te nemen in de tijd, dat de R.A.F. te kampen had met kinderziek ten van de Shackletons. Overigens werd zo'n verzoek altijd op genoeglijke wijze recipro- ceerd. Nu de Orions verder de oceaan opgaan en gebaseerd zijn op IJsland is samenwerking met de USNavy wat meer op de voorgrond gekomen, maar zonder de R.A.F. in het NATO hoofdkwartier te North wood, met stafofficieren, ook van de Kon. 19

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1991 | | pagina 19