14 Juni 1h \9 i^vel<f*vanCSt °John,s^op,^ew-FounSandV?^ttenrTiujr en zevenentwintig
minuten later en 3.042 km verder zullen zij landen bij Clifden in Ierland.
weinig inspanning. De beide Rolls-Royce
motoren liepen als naaimachines. Geleide
lijk begon de nacht te vallen. Na ongeveer
acht uur vliegen weigerde plotseling de
linker motor. Alcock had niet de indruk, dat
de storing een mechanische oorzaak had.
Eerder dacht hij aan ijsvorming in de
luchtinlaat van de carburateur. Hij besloot
een oud trucje toe te passen, dat in situaties
als deze wel eens helpen wilde, de gastoevoer
afsluiten en dan plotseling vol gas geven.
Toen dit niet het gewenste resultaat gaf werd
de toestand bepaald ongeriefelijk voor de
twee mannen, want op één motor kon de
machine onmogelijk in de lucht blijven. Het
was Brown, die er iets op vond. Zonder ook
maar een moment te aarzelen klom hij uit de
cockpit en liet zich op de linker ondervleugel
van de tweedekker zakken. Een sterke,
ijskoude luchtstroom sneed hem de adem af
en dreigde hem omver te blazen. Met de
spandraden als houvast worstelde hij zich
moeizaam naar de onwillige motor. Alcock
had moeite de 'Vimy' onder controle te
houden omdat de zich op de vleugel be
wegende Brown een wisselende weerstand
opriep. Met een zaklantaarn probeerde
Brown in de luchtinlaat te schijnen, maar de
slingeringen van het vliegtuig maakten dat
onmogelijk. Met een zucht borg hij de
zaklantaarn maar weer op. In het donker en
zonder bescherming tegen de koude wind
onderzocht hij met z'n hand de carburateur
en inderdaad, er had zich ijs in de inlaat
gevormd, maar nog zo weinig, dat hij het
met de hand kon wegkrabben. Gelukkig
pakte de motor weer op, zodat alles weer
normaal leek. Nauwelijks was hij in de
cockpit teruggekeerd of de motor liet het
opnieuw afweten. Onverdroten ondernam
de dappere Brown nogmaals de moeizame
tocht om het opnieuw gevormde ijs uit de
carburateur te verwijderen. Nog ettelijke
keren stopte de motor en steeds weer
25