housiast begonnen avontuur was mislukt maar had geen slachtoffers geëist, hoewel de bemanning door honger, dorst en zonne brand nogal had geleden. Niet alleen bij de marine maar ook bij de legervliegdienst bestond grote animo voor een vlucht naar de Hawaii Eilanden. Onder hen de luitenants Albert Hegenberger en Lester Maitland. Beiden waren piloten, maar Hegenberger was bovendien een bekwaam navigator, van wie werd gezegd, dat hij een naald in een hooiberg zou weten te vinden. Deze twee officieren zeurden al enkele jaren hun superieuren de kop gek om de sprong naar de eilanden te mogen maken. Nadat op hun verzoeken enkele keren afwijzend was beschikt, leek het tij te keren toen Tony Fokker met de introductie van z'n driemoto- rige F.VII zoveel indruk op de leiding van de legervliegdienst had gemaakt, dat deze besloot om een drietal C-2 Trimotors aan te schaffen. Deze machines (serienrs. 26-202/ 204) waren van het type Atlantic (Fokker) Model 7, dat was afgeleid van de in Neder land gebouwde Fokker F.VIIa/3m. Na afle vering werden de eerste twee als P463 en P483 uitvoerig aan de tand gevoeld op Mc Cook Field. De 26-203 en 204 waren uitge rust met de vleugel van de F.VIIa/3m, welke een spanwijdte van 19.31 meter had. De 26 202 daarentegen kreeg een vergrote vleugel met een spanwijdte van 21.70 meter. De koorde van deze taps toelopende vleugel bedroeg aan de romp 3.79 meter en 2.23 meter aan de vleugeltips. Het vleugelopper vlak nam 67.60 vierkante meter in beslag. In tegenstelling tot de in Europa vliegende driemotorige F.VII's hadden de Amerikaan se C-2's een nieuw ontworpen cockpit, welke vóór de vleugel was geplaatst. De kajuit was enigszins ruimer bemeten en kon acht passagiers of zes brancards bevatten. Tot grote vreugde van Hegenberger en Maitland kregen ze toestemming om met de 26-202 een luchtverbinding met de Hawaii Eilanden tot stand te brengen. In standaarduitvoering was het niet mogelijk om met deze machine, die intussen 'Bird of Paradise' was gedoopt, in één ruk van Oakland naar Wheeler Field bij Honoloeloe op het eiland Oahu te vliegen. Een ingrijpende aanpassing van de machine was daarom noodzakelijk. Het waren de mensen van de Material Division van het Army Air Corps, die de taak op zich namen om de C-2 voor de bijzondere vlucht aan te passen. Zo werden er in het voorste gedeelte van de kajuit extra brandstoftanks geplaatst, die op het oude Mc Cook Field waren vervaardigd. De overige ruimte (1.52 x 2.44 meter) werd ingericht als navigatiehut voor lt. Hegenberger. Hier was o.m. de radioapparatuur ingebouwd. Aan stuur boordzijde was de navigatietafel gesitueerd, waaraan Hegenberger, gezeten in een com fortabele stoel, z'n berekeningen kon ma ken. In het midden van de navigatieruimte was een verhoging aangebracht, waarop hij kon gaan staan als hij door een in het plafond aangebracht luik waarnemingen met de sextant moest doen. De Equipment Branch van de Material Division, waarover Hegen berger de scepter zwaaide, had zowel een nieuwe methode van radiopeiling als een verbeterd kompas ontwikkeld, welke de vliegers moesten bijstaan in het bepalen van de correcte koers. Na alle wijzigingen en aanpassingen woog de 'Bird of Paradise' leeg 2.677 kg. Voorzien van brandstof, olie en uitrusting was het gewicht 6.072 kg, waarvan 2.827 kg voor rekening van de brandstof kwam. De tanks bevatten 3.936 liter benzine en 220 liter olie. De benzine was gedeeltelijk in de vleugel tanks, die tot de standaarduitvoering van het vliegtuig behoorden, opgeslagen. De rest was ondergebracht in de speciaal ontworpen extra romptanks, waarin stortkleppen waren aangebracht om in geval van nood de brandstof in korte tijd te kunnen lozen. Volbelast kon de 'Bird of Paradise' een maximum snelheid van 185 km/uur berei ken. Bij een kruissnelheid van 160 km/uur zouden de drie motoren 57 liter benzine per uur verbruiken, hoewel het fabrieksinstruc- tieboek een verbruik van 290 gram benzine per pk/uur opgeeft. Tot de uitrusting van de 'Bird of Paradise' behoorden een aantal - speciaal voor deze vlucht vervaardigde - rookbommen, met behulp waarvan de drift kon worden ge meten. Aan het welzijn van de vliegers was eveneens de nodige aandacht besteed. Voed- 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1991 | | pagina 22