The Little Blitz zodoende beperkt tot enige door de KNVvL beschikbaar gestelde ballonnen en wat post duiven. In september 1912 werd het ontwerp oor- logsbcgroting 1913 bekend en de minister van oorlog achtte toen het ogenblik gekomen om o.a. aan te schaffen, ten behoeve van het Rijksluchtschip 'Duindigt': instrumenten, gasflessen en vulinrichting, alsmede over te gaan tot het bouwen van een ballonloods. Drie maanden later, in december 1912 dus, bleek dat de minister voornemens was om de vernieuwing voorlopig uit te stellen. Een jaar lang bleef het stil om de 'Duindigt'. Eerst in september 1913 kwam het bericht dat Jochems het plan had om op Duindigt een hangar te zetten ten behoeve van bezoekers die luchtvaartuigen wilden be zichtigen en waarschijnlijk wilde hij ook zijn eigen luchtschip onderdak bieden. De Ne derlandse regering voelde blijkbaar zo wei nig voor de luchtvaart met een bestuurbaar luchtschip, dat ze het maar liever veilig liet opbergen, teneinde in vergetelheid te ver teren. Een weinig erkentelijk gebaar tegen over de gulle schenker. P. Alting Op de tiende mei 1941precies een jaar nadat de veldtocht in het westen begon, eindigde de Blitz. Liddell Harts maakt in zijn standaardwerk 'The History of the second World War de balans op: De Engelsen verloren 915 Jagers en niet 3058 zoals door Duitsers beweerd werd, terwijl de Duitsers 1733 bommenwerpers verloren en niet 2698 zoals de Engelse beweerden. De aangerichte schade was echter groter dan aanvankelijk werd verwacht. De Duitsers trokken het grootste gedeelte van hun oorlogsmateriaal van het westelijk front terug om het in te zetten in de veldtocht tegen de Sovjet-Unie. Voor de verdediging van het westelijk lucht ruim bleven nog genoeg jagers ter plaatse, terwijl ook een aantal bommenwerpers voor de slag om de Atlantische Oceaan achter bleef. Naast schepen vielen ze af en toe ook Engelse havens aan. Intussen was aan Duitse zijde een nieuwe generatie bommenwerpers op het strijdtoneel verschenen. De uit de Jun kers Ju 88 ontwikkelde Ju 188, de uit de Dornier Do 215 ontwikkelde Do 217, de Messerschmitt Me 410, welke uit de mislukte Me 210 werd ontwikkeld en de Heinkel He 177. Van de Messerschmitt Me 410, welke als schnellbomber werd gelanceerd, bestond ook een uitvoering als dagjager, welke bewapend met raketten tegen de Ameri kaanse dag-bommenwerpers werd ingezet zoals op een aantal documentatiefilms over de slag om het Duitse luchtruim is te zien. Het meest revolutionair was de Heinkel He 177 met zijn twee Daimler-Benz DB 610 dubbelmotoren en met het in enkele toestel len ingebouwde FU G 217 Neptune waar schuwingssysteem. Het toestel had in de slag om de Atlantische Oceaan enige successen geboekt met zijn, Fritz X genaamde, geleide bommen. Aan de Engelse zijde was een veelzijdig toestel in gebruik genomen, De Havilland Mosquito, de enige Rougeronse bommenwerper uit de tweede wereldoorlog. Het vloog ook als postvliegtuig op Stock holm, bracht Molotov van Londen naar Moskou, regelrecht over vijandelijk gebied vliegend en boekte als nachtjager successen. 7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1991 | | pagina 7