Door de toenemende bombardementen op
Duitsland werd de behoefte aanjagers aldaar
steeds groter, hetgeen ten koste ging van de
aantallen bommenwerpers.
Met de gedachte geen tweede Hamburg,
doelend op het eerste vernietigende bom
bardement, kwam vooral bij Hider,de ge
dachte op om de bombardementen op
Engeland weer in verhevigde mate te her
vatten.
Dat dit ten koste van de 'Reichsverteidigung'
ging blijkt wel uit de meningsverschillen
welke de Generaal der Jachtvliegers, Gal
land, hierover steeds weer had.
In zijn boek 'Die Ersten und die Letzten'
beschrijft hij de merkwaardige bijeenkomst
te Insterburg, waar Göring totaal verslagen
terugkeerde van een onderhoud met Hitier
en tot grote ontzetting van Galland, de
Generaal der Bommenwerpers, Pelz tot
'Angrifsführer Engeland' benoemde.
Daarmede was de ongetwijfeld reeds eerder
geplande operatie 'Steinbock' geboren, door
de Engelsen wegens zijn geringere omvang
'The little Blitz' genoemd.
Van de eerder genoemde nieuwe generatie
bommenwerpers waren er voor deze opera
tie 524 beschikbaar, waarvan echter 462 tot
inzet kwamen. Van de Messerschmitt Me
410, welke de geringste last kon dragen, was
slechts een klein aantal aanwezig, terwijl ook
de aantallen van de Heinkel He 1 77 niet al te
groot waren.
Merkwaardig leed dit laatst genoemde toes
tel het meest onder de afweer en had vaak de
grootst moeite om Londen te vinden.
Hitier, hiervan in kennis gesteld, merkte
sarcastisch op: zelfs zover kunnen ze niet
meer komen; de Heinkel dat is de vliegende
Panther en de Panther is de kruipende
Heinkel.
De Panther was namelijk een minder gelukte
tank welke door prof. Porsche zou zijn
ontworpen.
De aanvallen vonden in kleine groepen van
ongeveer twaalf vliegtuigen plaats, met tus
senpozen van enkele uren. De toestellen
werden onttrokken aan Kampfgeschwader
40, zijnde de eerste groep, aan KG. 100,
zijnde de derde staffel en betreffende de DO
217, van KG 2 de eerste en derde groep. Oo'
zouden volgens de verslagen nog kleine
aantallen van andere eenheden hebben
deelgenomen, zoals de markeringseenheid
van de eerste groep van KG 66, welke JU 88
en JU 188 vloog.
Als basis stonden de vliegvelden Rheine en
in Frankrijk Chateaudun, Melun Villaroch
en Rennes ter beschikking.
Vanaf Rheine hoofdzakelijk met de He 177,
werd via het radiobaken van Noordwijk pal
westwaarts gevlogen en met behulp van een
zich halverwege op zee bevindend marke
ringspunt, op een hoogte van 5200 meter de
Engelse kust bereikt, waarna landinwaarts bij
een afgeworpen aantal fakkels de koers naar
het zuiden werd verlegd.
Tevoren werden om de 30 seconden zilver
papierfolie afgeworpen en werd met gedros-
selde motoren een glijvlucht ingezet waarbij
snelheden van meer dan 565 km/h werden
bereikt, om zodoende de afweer te bemoei
lijken.
Bij nadering van het doel werd om de 5
seconden zilverpapierfolie afgeworpen en
werd na het afwerpen van de bommen de
glijvlucht voorgezet tot aan de Franse kust bij
Boulogne waar de hoogte inmiddels tot 780
meter was gereduceerd, waarna naar Rheine
werd teruggevlogen.
Vanaf de Franse basis werd Londen regel
recht aangevlogen en via dezelfde route
teruggekeerd.
De eerste aanval vond plaats in de nacht van
21 op 22 januari 1944 waarbij 30 ton aan
bommen binnen de stadsgrenzen van Lon
den viel. Van enkele He 177's welke hieraan
deelnamen werd er één neergeschoten door
een Mosquito van het 140 squadron van de
Royal Canadian Air Force en was daarmede
de eerste Heinkel He 177 welke boven
Engeland naar beneden kwam.
Alhoewel de meeste aanvallen op Londen
plaats vonden en vaak Westminster of de
Docks tot doel hadden, werden ook Bristol,
Hull en Portsmouth aangevallen, terwijl een
aanval op de havens van Plymouth met
geleide Fritz X bommen mislukte.
Tijdens een vlucht vanaf Rheine trad bij een
Heinkel He 177 motorstoring op, waarna het
toestel terugkeerde en zijn bommenlast
boven het IJsselmeer afwierp.
8