de vliegopleiding veel werd gesproken. De a.s. jachtvliegers hadden echter geen benul wat hun te wachten stond. Een ander verschil was dat de bommenwerpercrews naar het 18e zouden gaan ter vervanging en aanvul ling, terwijl de jachtvliegers wisten dat hun hele groep een maximum was. Er stond voor hun geen vervanging klaar. Ook zouden ze niet terug kunnen vallen op de ervaring van oudere collega's. Ze moesten van de grond af beginnen. Het eerste contingent jachtvliegers werd zelfs na hun brevettering overgeplaatst naar Engeland, kreeg daar haar operationele training en werd ingedeeld bij de RAF. Dit feit veroorzaakte een grote onrust bij de volgende groep van a.s. jachtvliegers. Allen kwamen immers uit Nederlandsch Indië, waar ze waren opgegroeid en hun families waren. Allen wilden zonder uitzondering naar het strijdtoneel in Zuid Oost Azië om met de Japanners af te rekenen. In juli '43 was de brevettering van alle overige leerlingvliegers. De operationele training van de jachtvliegers gebeurde op oude, heel oude P-40's, die alle een lange staat van dienst hadden gehad in Afrika. Het was een mengelmoesje van vliegtui- gen. P 40's E, F, G en L. Sommigen hadden nog een korte romp, andere weer de lange en niet één cockpit was gelijk. De motoren waren door Packard in licentie gebouwde Rolls Royce motoren. Omdat er geen 2 zitters waren werden dejachtvliegers na een blinddoektest de lucht ingestuurd. Het pleit voor de Nederlandse opleiding dat er tijdens die operationele training betrekkelijk weinig ongevallen zijn gebeurd. De operationele training in Jackson was zeer intensief. De bommenwerpercrews waren hun operationele training begonnen op hun eigen vliegtuigen. Samen met de B-25's werden vele oefeningen gehouden. Er werd veel op zowel gronddoelen als op vliegende doelen geschoten en ook op grote schaal gedaan aan blindvliegen, nachtvliegen en formatievliegen zowel overdag als 's nachts. Toen de operationele training bijna was afgelopen, kwam er ineens bericht dat alle jachtvliegers een opleiding moesten hebben op 2 motorige vliegtuigen. De reden was dat het KNILSq. zou worden uitgerust met de P- 38, de Lockheed Lightning, een 2 motorige en moderne jager. Dit bericht had de volle instemming van de jachtvliegers. Allen wisten hoe onvriendelijk het a.s. strijdtoneel was voor éénmotorige vliegtuigen en een extra motor was een extra optie op verhoging van je overlevingskansen. De training voor de P-38 werd op de Beechcraft AT-11 gedaan. Om maar zoveel mogelijk uren te krijgen werd na de initiële fase aan 2 vliegers regelmatig een kist ter beschikking gesteld en moesten de beide vliegers een tocht over de USA uitzetten van enige dagen en moest een bepaald aantal uren worden gevlogen, waarvan een groot deel 's nachts. Eind '43 vertrokken de eerste jachtvliegers naar Australië. Sommigen per boot, anderen per vliegtuig. Na een 48-urige luchtreis van San Francisco naar Brisbane in een C-54 met bucketseats kwamen eindelijk de eerste jachtvliegers in Brisbane aan. De volgende dag werden allen op de trein naar Canberra gezet, waar het 120 NEI Squadron zou worden geformeerd. Op het vliegveld bij Canberra aangekomen, kwam de eerste grote teleurstelling. Er stonden geen P-38's klaar, maar een lange rij P-40's. Ze waren alle van het type M en N. Wel de nieuwste typen en beter dan wat in Jackson ter beschikking had gestaan, maar toch nog een ouder type en éénmotorig. Deze P-40's N en M hadden aanmerkelijk betere prestaties dan hun voorgangers door dat alles er uit was gesloopt wat een bespa ring van gewicht opleverde. De kist had nog maar 4 machinegeweren i.p.v. 6. De bepant sering was aanzienlijk verminderd en enkele automatische handelingen waren vervangen door manuele, zoals die van de bediening van de cowlflaps. Zelfs op het instrumenta rium was bezuinigd. Tot grote verbazing en woede van dejachtvliegers bleek ook o.m. de kunstmatige horizon te zijn verdwenen. Voor blindvliegen waren de vliegers nu aangewezen op het meest elementaire in strumentarium, het 'wijzertje, balletje', een hoogtemeter, stijg- en daalsnelheidsmeter, een girokompas en dat was het! Het kon niet minder. Ook hadden de M's en N's een 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1991 | | pagina 12