Hij wist inderdaad Middelburg te bereiken en landde op z'n buik naast de baan. Die kist was geraakt door vier 20 mm granaten en het was een wonder dat de motor het zolang zonder oliedruk had volgehouden. In allerijl werden de 2 begeleidende vliegtuigen bijge tankt en van munitie voorzien om het 'aircover' af te lossen. Dat 'aircover' nodig was, bleek wel uit het feit dat de Jappen steeds boten uitzonden om te proberen de vlieger te pakken te krijgen. Niettegenstaan de hevig vuur van dejapse luchtafweer werd dit door het 'aircover' verhinderd. De vlieger in de baai van Sorong kreeg niettegenstaande de beschadigde vliegtuigen een continue aircover van zijn collega's totdat een Australisch Beaufort sq. van Middelburg het de volgende dag overnam. De vlieger wist te ontsnappen doordat de Amerikanen uiteindelijk een boot afwierpen vanaf een Flying Fortress, nadat pogingen van een Catalina en een destroyer om hem uit de baai te halen hadden gefaald. Na analyse van deze aanval op Doom-Island bleek dat de Australische Beauforts niet Doom-Island maar het eiland ernaast had den gebombardeerd, waardoor de 6 Kitty- hawks de volle laag kregen van al het afweergeschut bediend door een zeer alerte Japse bemanning. Het was een dure dag want van de 6 vliegtuigen was er maar één zonder schade. Van die 6 kwamen er uiteindelijk maar 2 terug op Biak. De anderen werden afgeschreven. Onder deze 6 vliegtuigen was ook het toestel van de commandant, de enige blanke P-40 van het squadron, hetgeen door de commandant niet in dank werd afgenomen. Het was de tactiek van het squadron om ieder doel met 'evasive actions' oftewel 'ontwijkingsmanoeuvres' te benaderen. De naderingshoogte was altijd meer dan 10.000 ft. Bij nadering van het doel was het luchtafweer van de Jappen al intensief. Eenmaal boven het doel werd meestal vanaf ongeveer 12.000 ft. de neus krachtig naar beneden gedrukt totdat de duikvlucht bijna vertikaal was. Tijdens die duikvlucht werd op het doel gemikt en werden de bommen op ongeveer 4.000 ft. afgeworpen. De snelheid was dan inmiddels zo hoog opgelopen dat de besturing heel zwaar werd. Laag over de grond vliegende werd dan met grote snel heid koers naar de kust gezet. De Jappen hadden logischerwijs een bepaal de tactiek om de duikbommen werpende vliegtuigen te bestrijden. Ze vulden boven het doel een denkbeeldige kubus van enor me omvang met exploderende granaten. Deze zwarte kubus was altijd direct onder het punt waar met de duik werd begonnen. Het was van boven gezien een inktzwarte massa, met allerlei lichtjes erin van de exploderende granaten. Het was iedere keer weer zeer angstaanjagend. Merkwaardigerwijs boekten de Jappen geen succes met deze tactiek en na verloop van tijd werd het zware luchtafweer door de vliegers als ongevaarlijk beschouwd. Bij verken ningsopdrachten, die af en toe werden gedaan door het 120e om de plaats van het luchtafweer te bepalen werd gewoon met dit luchtafweer gespeeld. Waar de vliegers wel enorm ontzag voor hadden was voor het lichte geschut. Het Japanse lichte geschut was haarzuiver, snel en productief. Alle treffers die de Japanners boekten zijn van licht geschut geweest. Het squadron had in die periode veel geluk. Dat niet meer vliegers zijn gesneuveld mag een wonder worden genoemd. Eén vlieger kwam zelfs thuis, zittende op een 20 mm granaat, die in zijn achterste prikte. Deze granaat was door het pantser en zijn parachute gegaan en niet ontploft. In de Biaktijd werden dagelijks één of soms zelfs twee acties ondernomen. Het 120e bleek een volwaardig squadron te zijn. Ook bleek in zowel Merauke als op Biak dat de graad van geoefendheid t.a.v. het blind- en nachtvliegen uitzonderlijk hoog lag. In soms de meest erbarmelijke weersomstandighe den werden de opdrachten uitgevoerd. Als voorbeeld mag dienen dat bij een vlucht van Noemfoer naar Morotai 4 Nederlandse P- 40's en 4 Australische P-40's een dag na elkaar door een tropisch onweersfront moes ten vliegen. De formatie van de 4 Nederland se vliegers werd uit elkaar geslagen door de intense luchtstromingen, alle 4 kwamen terecht in een vrille, maar alle 4 de vliegers wisten uiteindelijk weer veilig, zij het sepa- 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1991 | | pagina 17