Commandant Luchtverdediging. Medio april 1951 brengt de Luitenant-Generaal LA. Aler, Chef Luchtmachtstaf, persoonlijk het schilderij bij de familie Steen. Na uitgeleend te zijn aan het Bevrijdingsmuseum 1944 te Groesbeek wordt het schilderij uiteindelijk overgedragen aan het Militaire Luchtvaart Museum, waar het uiteraard deel uitmaakt van de geëxposeerde collectie. Na de spectaculaire vlucht van Govert Steen naar Engeland maakt hij een verslag van de gebeurtenissen en stuurt het verslag naar het Hoofd van de VIIe Afdeling van het Departement van Defensie. Het verslag over de moedige vlucht naar Engeland volgt hierna; letterlijk en onverkort. Aan Het hoofd van de VIIe Afdeeling van het Departement van Defensie. Weledelgestrenge Heer, Ik heb de eer U hiermede verslag uit te brengen van de wijze waarop ik uit Holland per watervliegtuig naar Engeland overkwam. Reeds dadelijk na de capitulatie had ik het plan opgevat op alle mogelijke manieren te proberen naar Engeland te komen. De meest fantastische verhalen omtrent organisatie s welke zich bezighielden met het ophalen van vrijwilligers uit Holland met behulp van vliegtuigen, onderzeeërs en motorboten deden destijds de ronde. Na enkele maanden had ik echter geen enkel bewijs, dat deze mogelijkheid inderdaad bestond en toen bleek mij, dat de eenige mogelijkheid was zelf een ontvluchting te organ iseeren. In Februari kwam mij ter oore, dat de Fokkerfabriek nog steeds toestellen aan de Duitschers afleverden. Ik ging toen naar Amsterdam en sprak daar de Heer Vos, welke ik wel kende als Res. Officier der Luchtvaart Br. en vroeg hem of er een mogelijkheid bestond als volontair op de Fokkerfabriek te komen werken, omdat ik mij in mijn vak verder wilde bekwamen. Hij beloofde mij alle moeite te zullen doen, om mij als volontair bij Fokker te doen plaatsen. Na eenigen tijd ontving ik de medcdecling met ingang van 21 April mijn werkzaamheden als volontair te kunnen aanvangen. Enkele dagen hiervoor kreeg ik bezoek van den korp. vliegtuigmaker Boomsma, welke reeds een jaar lang met allerlei onuitvoerbare ontvluchtingsplannen bij mij gekomen was. Hij vertelde, dat hij in een organisatie zat van ongeveer 10 man, welke een Ju. 52 van Schiphol wilde gebruiken, om hiermee naar Engeland te vliegen en dat hij nu alleen nog een vlieger noodig had. Hier voelde ik dadelijk wat voor en ik gaf hem een pasfoto, om een valsche 'Ausweiss' te maken, noodig voor de toegang tot Schiphol. Twee dagen later ging ik naar Fokker en werd ingedeeld bij de vliegdienst. Mijn werk bestond uit het meehelpen monteeren van gereviseerde Ju.52's. Na enkele dagen 7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1991 | | pagina 7