Een Fokker T-8W in de vlucht, hier nog onder vreedzamere omstandigheden.
bemerkte ik, dat er door den invlieger Sonderman geregeld met T8W's gevlogen werd
en er dus nog een andere mogelijkheid tot ontsnappen bestond.
De eenige moeilijkheid was echter, dat ik nog nooit een watertoestel gevlogen
had.
Door Boomsma kwam ik in contact met Lindeman, een mecano der Fokkerfabrieken,
welke op Schiphol werkte en het plan der Ju. 52 georganiseerd had, en met Beelaerts
van Blokland. Ik vertelde hem, dat de mogelijkheid, om een T8W te nemen
eenvoudiger was dan een Ju. 52 van Schiphol en daarom besloten wij het maar op de
T8W te houden.
DeT8W lag gemeerd midden in de Minerva-haven aan een boei. Het wachten was nu
op W. of N.W. wind (anders kon niet op het Noordzee kanaal gestart worden) en
bewolking. De geheele maand April hadden wij namelijk een harde koude
Noordenwind en een strakke blauwe lucht gehad.
Maandag 5 Mei was de wind eindelijk N.W. en een bewolkte hemel. Ongelukkiger
wijze plaatste men diezelfden dag een ander stel propellers op de T8W en een nieuw
soort kraan voor de spoed verstelling, 's Middags om 5 uur kwam ik te weten, dat alles
gemonteerd was; proefgevlogen was er echter nog niet, zoodat er nog steeds risico
bestond, dat de nieuwe kranen zouden weigeren, 's Avonds om 7 uur kwamen wij bij
elkaar en deelden den anderen mede, dat wij deze nacht een poging zouden
wagen.
Om half tien zouden wij in groepjes van twee naar het eindpunt van lijn 5 rijden en
van daar loopen naar de Minerva haven.
Hier zouden wij op elkaar wachten onder de brug.
8