Om ongeveer 10.15 zaten we met ons vieren naast elkaar gehurkt onder de brug te wachten tot het 12 uur zou worden en iedereen binnen moest zijn. Om 11.15 kwam er plotseling iemand, hoogstwaarschijnlijk een boerenarbeider langs het kanaal fietsen. Toen hij ons zag, sprong hij van zijn fiets, liep onder de brug door en verdween in het duister. Ik, voor mij, dacht, dat nu alles verloren was. In ieder geval moesten wij hier vandaan. Wij renden dan ook zoo hard mogelijk ongeveer een km. ver de weilanden in en gingen daar plat op de grond liggen vlak naast elkaar, het was erg koud. Zoo nu en dan een zacht regenbuitje waarbij de maan achter de wolken verdween. Af en toe kwamen Engelsche toestellen over, flitsten zoeklichten aan in de omgeving van Schiphol en klonk het afweergeschut in de verte. Ook zagen we verscheidene malen lichtkogels en flares in de lucht en kwamen laagvliegend, met navigatie lichten aan, enkele Duitsche toestellen over. Wij werden door en door koud. Gelukkig deed de cognac en warme koffie welke wij bij ons hadden de koude en vochtige grond wat vergeten. Om 1 uur besloot ik terug te keeren naar de brug, daar het mij wel veilig leek, omdat niemand, wat wij van onze plek afhadden kunnen zien, na de bewuste persoon om 11.15, onder de brug gekomen was. Wij maakten daar onze rubberboot gereed, aten wat en bleven wachten tot 3 uur. Nu leek het mij het gunstigste oogenblik, om naar het toestel te gaan. De hemel was geheel bewolkt en de omgeving in duister gehuld. We begaven ons naar de rand der haven, klommen zoo goed en kwaad als het ging op onze rubberboot en paddelden zoo geruischloos mogelijk naar het toestel. Het was op dat moment practisch windstil en het koste veel moeite zonder lawaai met de eenigzins wankele boot vooruit te komen. Het klimmen in de T8W viel niet mee, gelukkig liep het echter goed af. Nu werden zoo vlug mogelijk de hoezen van de propellors en motoren gehaald. Vervolgens werd de rubberboot leeggeloopen en aan boord gebracht. Daarop gingen wij zoo goed en kwaad als het ging op de bodem van het toestel liggen. Mijn plan was eerst om in de schemering te starten, het leek mij echter beter om brutaal weg te starten bij goed dag licht, als of alles normaal was. Om ongeveer 5.30 was het al geheel licht, kwam er een wacht langs de haven wandelen, welke gelukkig niets opmerkte. Om 5.15 kwamen twee Arado watertoestellen over, die kennelijk op patrouille waren. Nu leek het mij het beste, om maar domweg te starten. De linker motor startte goed, hierna de rechter, toen deze liep sloeg de linker weer af wegens de koude en vochtigheid. Enkele minuten tolden wij rond in de Minerva haven en taxiden tenslotte langzaam het Noordzee kanaal op, kruisten enkele malen zigzag het kanaal over, om de motoren iets warm te laten worden en starten toen. De start verliep normaal. Wij klommen langzaam tot wij de wolken bereikten en kruisten op ongeveer 500 m. hoogte de kust in de omgeving van Zandvoort. De taak van de overigen was als volgt verdeeld; Boomsma zat achterin de lucht af te zoeken naar eventueele aanvallers, en Beelaerts voor in de neus op de waarnemers plaats met het zelfde doel. Lindeman had achter mij plaats genomen en controleerde de instrumenten. Ongeveer 500 m. uit de Hollandsche kust rapporteerde Boomsma vuur van 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1991 | | pagina 9