luchtschutters, waarnemers, monteurs, ma- gazijnpersoneel, en dergelijke. Getracht werd om meer personeel te werven volgens het z.g. 'kort verband' systeem en het oprichten van het Vrijwilligers Vliegercorps (VVC). Het eerste voldeed redelijk; het tweede kwam te laat voor een operationele aanvulling in de eerste maanden van de Pacificoorlog. Dit korps kwam gelukkig wel van pas in 1943 en de jaren daarna. 3. OORLOG IN DE PACIFIC In deze overgangsfase van 'oud naar nieuw' - want zo kunnen we de situatie met betrek king tot strategisch inzicht, organisatorische uitbreiding en vernieuwing van vliegtuigma teriaal toch wel het beste beschouwen - brak op 7 december 1941 de oorlog met Japan uit. Met ongeveer 150 verouderde gevechtsvlieg tuigen vormde de ML geen imponerende luchtmacht, die zich bovendien tegenover een Japanse overmacht zag gesteld. De luchtverdediging stond nog in de kinder schoenen, geavanceerde technische hulp middelen ontbraken en inlichtingen om trent de sterkte en capaciteit van de vijand was op het gevechtsniveau niet of nauwelijks voorhanden. Langs de aanvals-as, die via Borneo naarJava liep, vond 9 dagen na het uitbreken van de oorlog de eerste landing plaats te Miri (Serawak W. Borneo). De volgende dag be gon de luchtstrijd boven Borneo met de eerste luchtbombardementsaanvallen op de invasievloot vanaf de vliegvelden Singka- wang en Samarinda in het midden van Borneo. Vele bombardementen en luchtge vechten volgden met wisselend succes, maar de opmars was niet te stuiten. Ook via de aanvals-as Philipijnen - Java langs de oost kust van Borneo verliep de luchtstrijd in het nadeel en kon niet worden voorkomen dat de vitale olievelden te Tarakan en Balikpa- pan uiteindelijk in handen van de Japanners vielen. Begin februari 1942 moesten de meeste vliegvelden op genoemd eiland worden ontruimd en de vliegafdelingen van de ML worden teruggetrokken op het hoofd eiland Java, waar de luchtstrijd toen in alle hevigheid losbarstte. Van de initiële inzet aan bommenwerpers en jachtvliegtuigen op Borneo ging ongeveer 50% verloren. Op het schiereiland Malakka, waar de Japanners een grootscheepse landing uit voerden op hetzelfde ogenblik dat te Pearl Harbor op 7 december 1941 werd aangeval len, verliep de strijd ook in het nadeel van de Britse verdediging. Overeenkomstig de af spraken met het Britse Commando te Singa pore werden drie afdelingen bommenwer pers en één afdeling jachtvliegtuigen (d.w.z. ongeveer een kwart van de totale sterkte van de ML) ter beschikking gesteld aan het 'Far East Command'. Op 10 december arriveer den zij op één van de vliegvelden nabij Singapore en werden direct belast met de door het Britse Commando opgedragen taak. Deze bestond tegen de verwachting in uit het uitvoeren van verkenningsvluchten in plaats van het aanvallen van de vijand vlak na de landing middels dagbombardementen, een taktiek waarvoor de Nederlandse be manningen waren opgeleid. Onbegrip bij de Britse leiding inzake het gebruik van de Glenn-Martin bommenwerpers en slechte communicatie tussen de Nederlandse en Britse leiding resulteerde in deze opdrach ten, die op tamelijk lage hoogtes werden uitgevoerd, zonder jagerdekking, hetgeen een onnodig hoge risicofactor met zich mee bracht. Fatale gevolgen bleven dan ook niet uit. Ook de jachtafdeling viel in de eerste periode veel verkenningsvluchten ten deel. Het eerste daadwerkelijk contact met de vijand ondervonden de jagers op 12 januari 1942 tijdens een luchtgevecht, waarbij zelfs enige successen werden geboekt. Bij de volgende luchtgevechten echter moest de superioriteit van de Japanse luchtmacht worden erkend en vielen de eerste slacht offers. In de tweede helft van januari 1942 werden eindelijk enkele bombardementsopdrach ten met wisselend succes uitgevoerd en ook hierbij vielen slachtoffers. Maar de Japanse opmars op Malakka was niet te stuiten en toen eind januari de toestand op dit schier eiland onhoudbaar werd verklaard door het geallieerde commando en de slag om het 'onneembare' Singapore een aanvang nam, gelastte het ML-commando op Java haar 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1992 | | pagina 12