strippen kwamen zo o.m. in gebruik.
Pas nadat nieuwe materialen waren uitge
vonden, zoals koolstofvezels (carbon graphi
te) en de computer werd benut voor het
verkrijgen van optimale constructies ten
nutte van minimale reflectie ontstonden
'onooglijk' lijkende vliegtuigen, die aan het
doel beantwoordden. Daarmee is het volle
dig onzichtbaar maken van vliegtuigen nog
niet bereikt. Stealth-vliegtuigen zoals de US
B-2 en F-117A geven echter zo'n geringe
reflectie, dat detectie door hun vorm en het
gebruikte materiaal zeer wordt vertraagd. Er
is daarbij niet alleen gelet op radardetectie,
maar ook op ontdekking door infrarood of
simpel het oog.
RADAR-STEALTH
(of te wel radarcamouflage)
Menselijk instinct leert, dat hij die bij een
gevecht in het geheel niet, of pas veel later
gezien wordt een beter kans heeft te over
leven. Voor radar wil dat zeggen, dat wan
neer wij in het slechtste geval ontdekking
accepteren, maar niet kunnen worden ge
volgd, wij betere kansen hebben.
Eerste stap is het vliegtuig zo'n vorm te
geven, dat radarstralen op ons gericht geen
goede reflectie vinden. Bij iedere radarwaar
neming speelt de z.g. radar cross section
(RCS) een rol. D.i. het oppervlak in vierkante
meters, dat inkomende radar-energie lood
recht ontmoet. RCS is afhankelijk van het
gebruikte materiaal, de vorm en grootte;
voorts de stand waarin het vliegtuig is en
waarin de bemanning een inbreng kan
hebben.
Een typische confrontatie tussen een con
ventionele jager en surveillance radar geeft
dan bij een RCS van 10 vierkante meter een
detectie-afstand van 100 zeemijlen.
Als vuistregel geldt ook: Om deze afstand te
verminderen tot ca 50 zm, moet de RCS met
1/10e worden verminderd. Dit is o.m.
bereikt in de US B-1B die 1/10e van de RCS
heeft van de eerdere B-IA, welke weer ten
opzicht ven de oude B-52 l/10e van diens
RCS heeft.
Een andere vuistregel is: als de RCS met 1/2
vermindert, wordt het bruikbare oppervlak
voor een radar met 25% verminderd.
In een operationeel scenario spelen 7 facto
ren een rol: grootte, vorm, gebruikte mate
rialen, stand van het doel, voorts de frequen
tie, polarisatie en de z.g. bi-statische hoek
van de radar. (Bi-static angle is wanneer
radar zender op een andere lokatie staat dan
de ontvanger, zodat er een hoek ontstaat
tussen uitgestraalde en teruggekaatste ener
gie)-
GROOTTE VAN HET VLIEGTUIG
De grootte van een vliegtuig wordt bepaald
door de uit te voeren missie. Een Fouga
Magister zal een kleiner RCS hebben dan
een grotere F-4 Phantom. Daarbij moet men
rekening houden met het feit, dat bijv. in- en
uitlaten navenant groter zijn, en een reflectie
juist kunnen vergroten. Dat geldt eveneens
voor uit de vleugel of onder de romp en
vleugel aangebrachte gestroomlijnde toe
voegsels, zoals bv. pods. Kortom, hoe groter,
hoe meer reflectie mogelijk.
VORM
Vliegtuigen ontworpen als Stealth-vliegtui
gen bieden geen of zo weinig mogelijk
'reflectieve' storingen. Deze z.g. 'caviteiten'
zijn bij de B-2 van de USAF vermeden,
doordat er geen vlakke oppervlakken bij een
vooraanzicht zijn te bespeuren. Radar daar
op gericht, wordt danook in alle richtingen
weerkaatst, zodat er geen signaal wordt
terugontvangen.
Ontwerpers concentreren zich uiteraard op
een zo gering mogelij ke detectie vanuit voor-
en achterkant, terwijl stralingen van opzij,
onder en boven het toestel door het gebruik
van geronde profielen in plaats van vlakke
beplating de RCS zo klein mogelijk moet
gehouden.
Van belang is ook dat de huid van het toestel
zo glad mogelijk is, reeds van belang voor
het verminderen van de weerstand.
Zoals gezegd bieden inlaten van motoren
grote reflecties. Bij de Tornado werd 'radar
absorbent material' gebruikt (RAM). De F-
117 heeft voor de inlaten een radar-deflecte
rend raster, terwijl bij de de US YF-23
(nieuwe jager) door een speciale inlaat
constructie de motoren buiten radarstraling
kunnen worden gehouden.
15