liggergedeelte ld m.i. op z'n plaats was. De conclusie van mijn verhaal is dus: 1. dat het bijschrift en de foto die in het museum bij ligger 1 b zijn geplaatst moeten verhuizen naar het liggergedeelte ld dat op vloer niveau wordt geëxposeerd. En: 2. dat bij de twee hoogst geplaatste liggers een foto (of een model) moet worden geplaatst van het Koolhoven FK 58 jachtvliegtuig, alsmede een bordje waarop vermeld wordt dat de liggers afkomstig zijn van dit toestel. Het is mogelijk dat bij de heropening van het museum het een en ander reeds gerealiseerd zal zijn. Dat de liggers een plaats kregen in het Militaire Luchtvaart Museum is zeer terecht. De vliegtuigen waartoe ze behoor den speelden immers een (zij het ook bescheiden) rol in de geschiedenis van de Nederlandse militaire luchtvaart. Over het in fig. lc getekende liggergedeelte weet ik helaas niets zinnigs te zeggen. Ik kan het niet thuis brengen. Misschien is er onder de Vrienden van het Museum iemand die er iets over kan vertellen. Wellicht ook is er onder hen iemand die pogingen wil doen om er achter te komen waar dit liggergedeelte vandaan komt. Ik hoop dat zijn speurwerk hem evenveel plezier zal verschaffen als ik beleefde aan mijn onderzoek naar de identi teit van de liggers in de Vreeburghal. R. Siertsema BROCHURES VAN DE SECTIE LUCHTMACHTHISTORIE VAN DE LUCHTMACHTSTAF Door de Sectie Luchtmachthistorie van de Luchtmachtstaf is een nieuwe reeks kleinere publicaties opgezet waarin inmiddels drie brochures zijn uitgebracht. De eerste brochure die in deze reeks ver scheen, 'Voor langdurige eervolle dienst behandelt het officierskruis. Daarin worden achtergronden geschetst die hebben geleid tot de instelling van deze onderscheiding in 1844, terwijl voorts ook de verdere geschie denis ervan aan bod komt. De brochure, een heruitgave van een publi catie van de Sectie Militaire Geschiedenis van de Landmachtstaf uit 1989, is geschreven door drs. B. Schoenmaker en is enigzins aangepast ten behoeve van de Koninklijke Luchtmacht. De tweede publicatie in de reeks Brochures van de Sectie Luchtmachthistorie van de Luchtmachtstaf, 'Van Rudelsheimstichting tot Van Helsdingenkazernedoor Th.J. de Jongh, beschrijft het ontstaan en de geschie denis van de van Helsdingenkazerne in Hilversum waar de Luchtmacht Verbin- dings- en Meteorologische Groep (LVMG) is gevestigd. Het laat een beeld zien van geestelijk gehandicapte joodse kinderen, die voor de Tweede Wereldoorlog aldaar werden ver zorgd. Tijdens de oorlog bood het complex onderdak aan de Staf van de Duitse Wehr- machtbefehlshaber in Nederland, General der Flieger Christiansen. In 1952 kocht het Ministerie van Oorlog het complex. Het tweede gedeelte van de brochure be handelt de levensloop van de naamgever van het complex, de kapitein vlieger-waarnemer J.P. van Helsdingen die op 7 maart 1942, de dag voorafgaand aan de overgave van het KNIL aan de Japanners in een heldhaftig luchtgevecht de dood vond. Op grond van deze actie werd hij op 14 juli 1948 postuum benoemd tot Ridder der derde klasse der Militaire Willems-Orde. Als derde Brochure van de Sectie Lucht machthistorie van de Luchtmachtstaf ver scheen eind 1991 de publicatie 'Gevechts vliegtuigen voor de KLu' van de hand van kolonel D. Starink. De brochure is een bundeling van een reeks van vijf artikelen uit de Militaire Spectator over de aanschaf van gevechtsvliegtuigen voor de Koninklijke Luchtmacht sedert het begin van de jaren 50. De brochure geeft een verhelderend over zicht van het aanschafbeleid van de Konink lijke Luchtmacht in de afgelopen decennia en werpt een goed licht op talrijke factoren - zoals politieke en financieel-economische - 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1992 | | pagina 23