op de Verenigde Staten van Amerika. Een
commissie van twee officieren kreeg de
opdracht zich naar Amerika te begeven om
aldaar twee hydroplanes' aan te kopen. Dat het
speciaal watervliegtuigen moesten zijn vond
zijn oorzaak in het feit dat men huiverig was
gelden aan de aanleg van vliegvelden te
besteden, alvorens in de praktijk was aange
toond dat de houtconstructies van de vlieg
tuigen bruikbaar waren in de tropen en de
atmosfeer geschikt was om te vliegen. On
officieel kreeg de commissie de aanwijzing
vliegtuigen aan te kopen die op eenvoudige
wijze tot landvliegtuigen zouden kunnen
worden omgebouwd, daar in de toekomst
uiteraard landvliegtuigen voor het leger
zouden worden bestemd als dit experiment
zou lukken.
De commissie, bestaande uit kapitein G.E.
Visser en luitenant H. ter Poortende latere
legercommandant van het KNIL, vertrok in
januari 1915 naar Amerika, waar zij in drie
maanden practisch alle vliegtuigfabrieken
bezochten. De keuze viel op een tweetal
hydroplanes van de Glenn-Martin fabrieken
Lt. H. ter Poorten gereed om de eerste Martin
in Californië.
Op 18 oktober keerden de twee officieren
met twee vliegtuigen naar Indië terug en
ongeveer drie weken later, op 6 november
1915 vond de eerste vlucht plaats vanaf het
vliegkamp Tandjong Priok, die uitgevoerd
werd door Ter Poorten. Hij was reeds sinds
1911 in het bezit van het internationaal
vliegbrevet.
Al spoedig werd besloten de toestellen als
landvliegtuigen te beproeven, hetgeen de
inrichting van een vliegterrein vereiste. Voor
een symbolisch bedrag van één gulden werd
een particulier terrein in de uitgestrekte
laagvlakte ten noorden van Bandoeng aan
gekocht en met behulp van de infanterie
bruikbaar gemaakt.
Zo werd het vliegveld Kalidjati 'geboren'.
Ondertussen werd kapitein Visser tot com
mandant aangesteld en kwam de opleiding-
in 1916 drie officieren - in handen van de in
Nederland tot vlieger opgeleide kapitein
J. Engelbert van Bevervoorde.
Tevens werden nog twee velden rondom
Bandoeng gevonden en in gereedheid ge-
TA op Tandjong Priok in te vliegen.
7