De De Havilland DH-9 was in de twintiger jaren een van de belangrijkste vliegtuigen van de LA-
KNIL. De H-124 werd verbouwd tot fotovliegtuig, getuige de toevoeging 'F'.
2. MODERNISERING EN OPBOUW
De toestemming tot een snelle groei vereiste
allereerst een grote mate van zelfstandig
heid. Het was immers zo, dat met het nieuwe
beleid en de daaruit voortvloeiende uitbrei
ding, gesproken kon worden van een lucht-
wapen, dat het voornaamste defensiewapen
van het KNIL zou gaan worden. Bij KB. van
20 november 1939 no.30 werd daarom de
LA een zelfstandig wapen van het KNIL en
werd de naam gewijzigd in Militaire Luchtvaart
van het KNIL (ML-KNIL).
Tevens werd onder bevel van de Chef
Generale Staf (CGS) de Xlle Afdeling van het
Departement van Oorlog te Bandoeng en het
hoofdkantoor der Militaire Luchtvaart inge
steld. Dat laatste stond onder commando
van de Inspecteur, die tevens Commandant
was van de ML-KNIL. Omdat de ML nu als
wapen op hetzelfde organisatorische niveau
stond al bijvoorbeeld de Infanterie kwam zij
rechtstreeks onder bevel van de CGS-KNIL.
Inherent aan de operationele uitbreiding
was de uitbreiding van de opleidingen voor
diverse functies, noodzakelijk om de Vlieg
tuigafdelingen te voorzien van vliegers,
waarnemers, telegrafisten, luchtschutters,
alsmede technisch en grondpersoneel. Ook
de aankoop van materieel werd thans zelf
bepaald op basis van een eigen financieel
beleid binnen het kader van de door de CGS
toegestane financiële middelen.
Eén van de grootste problemen in de jaren
voor het uitbreken van de oorlog in de Pacific
- en in feite was dit de achilleshiel van de
Indische defensie 'nieuwe stijl' - vormde
echter het aanleggen van nieuwe vliegvelden
alsmede het bevoorraden, bemannen en
verdedigen daarvan. Deze nieuwe terreinen
waren namelijk soms diep in de oerwouden
van de eilanden rondom het hoofdeiland
Java gepland. Met alle beschikbare midde
len, in grote haast en vaak ten koste van
9