In Australië verliep de opbouw van het
nieuwe bommenwerpersquadron verre van
vlekkeloos. Gebrek aan materiaal, personeel
en faciliteiten, evenals de onwennige samen
werking met de Australische luchtmacht
(RAAF) waren dagelijks terugkerende pro
blemen. Ook het feit, dat men in die periode
geheel afhankelijk was van hetgeen de
Amerikanen besloten, was soms fnuikend
voor de planning van de Nederlandse
werkzaamheden. Vooral het gebrek aan
capabele militaire leiders en de onaangena
me verhouding tussen het KNIL (legerlei
ding in Australië en het enige Nederlands
luchtmachtonderdeel ter plaatse veroor
zaakten echter veel frustraties en ernstige
strubbelingen. Dit alles kwam het moreel
van het ML-personeel, dat toch al niet bijster
hoog was vanwege de gebeurtenissen in de
voorafgaande maanden, beslist niet ten
goede en vertraagde onnodig de opbouw van
het squadron.
Nietemin werden met veel moeite, persoon
lijk initiatief en goodwill alsnog de meest
urgente problemen op het gebied van
materieel en personeel opgelost. Het tekort
aan vlieg- en grondpersoneel werd aange
vuld door de RAAF. Eind augustus 1942
kreeg het squadron 18 splinternieuwe B-25's
incluis het benodigde grondmateriaal en
eindelijk kon men nu op grotere schaal gaan
oefenen en kwam aan de 'leegloop' van het
squadron een eind.
De toegewezen oorlogsbasis McDonald
moest nog in gereedheid worden gebracht
en pas tussen 3 december en 18 januari
verplaatste het squadron zich geleidelijk
naar deze basis. Eindelijk was het dan zover:
men kon daadwerkelijk deelnemen aan de
oorlog in de South-West Pacific Area, waar
van het opperbevelhebberschap was toege
wezen aan de Amerikaanse generaal
Douglas MacArthur.
De taak werd in de eerste plaats gevormd
door het uitvoeren van offensieve verken
ningen in het gebied ten oosten van de lijn
Celebes - Soembawa en het aanvallen van
schepen in open water of havens. Voorts
behoorde het uitvoeren van dag- en nacht
bombardementen op vijandelijke vliegvel
den, kampementen en andere vitale objec
ten tot het takenpakket. Ten slotte maakte
daarvan onderdeel uit het verrichten van
speciale opdrachten, zoals inlichtingengroe-
pen die in de oerwouden van Nieuw-Guinea
opereerden alsmede een aantal foto- en
propagandavluchten naar Java tegen het
einde van de oorlog.
Ook hier kenmerkte het begin van de
operationele tijd zich door moeilijkheden
met een klein aantal Australische stafofficie
ren die het commando hadden over alle
operationele vliegonderdelen in het gebied
rondom Darwin. Zij hadden geen kennis van
de prestaties van, noch van de logistieke
ondersteuning voor B-25 bommenwerper.
Hierdoor ontstonden grote meningsver
schillen over de opdrachten die voor het
vliegend personeel vaak resulteerden in
precaire situaties. Op steun van het hoofd
kwartier te Melbourne hoefde de comman
dant van het squadron niet te rekenen. Men
kende daar de situatie niet, terwijl bovendien
de staf in het geheel niet geïnteresseerd leek
te zijn in het wel en wee van dit enige
operationeel Nederlands onderdeel.
Al met al behoorde deze eerste fase van het
operationeel optreden van het 18e squadron
niet tot de allergelukkigste. De oorlog in het
noorden van Australië was in feite een
mengsel van zeer enerverende ervaringen op
het gebied van de operaties en een totale
verveling als er niet gevlogen werd. Immers,
er was absoluut geen afleiding aanwezig in
dat verlaten gebied van noord-west Austra
lië. Ook de verliezen liepen op en eind april
1943, na nauwelijks 4 maanden operaties,
waren deze aan Nederlands personeel reeds
opgelopen tot zeven vliegers, drie telegrafis
ten en drie boordmonteur-luchtschutters.
De gelederen begonnen uit te dunnen en de
crews waren moe. Het verschijnsel van
combat fatique - toen een nog niet goed
begrepen verschijnsel - deed zich voor.
Uiteindelijk waren zij vanaf december 1941
in de weer, hadden meegedaan aan de
oorlog in de archipel, moesten de capitulatie
ver verwijderd van bekende omgeving en
familie verwerken en waren de eerste Neder
landers in Australië die in de tweede fase van
de Pacific-oorlog de spits mochten afbijten.
Gelukkig kwam er een kentering in deze
14