De Siemens und Halske
dubbelwerkende rotatiemotor
Ondanks het formele einde van de actie
startte het Indonesische leger een groot
scheepse guerilla-oorlog. Dat bleek bijvoor
beeld uit het aantal sorties dat in de maand
na de tweede PA werd gevlogen - 1913 met
een totaal van 2920 vlieguren - en de
luchtlandingsaanval met 17 Dakota's, ge
steund door B-25's, P-40's en Spitfires, op
10 maart 1949 bij het plaatsje Gading
(midden Java).
Uiteindelijk gelukte het de politici de toe
stand meester te worden. Na de Ronde Tafel
Conferentie (RTC) werd de souvereiniteits-
erkenning op 27 december 1949 bekrach
tigd.
De ontmantelingsperiode volgde in de eerste
maanden van 1950 en leidde tenslotte tot de
opheffing van het KNIL op 26 juli 1950.
Het volgende citaat uit de dagorder van
H.M. de Koningin van 25 juli 1950 is
treffend van toepassing op de ML-KNIL:
'Nooit werd tevergeefs een beroep op U
gedaan. Trouw hebt gij door de tijden heen
uw plicht vervuld
O.G. Ward
Lt. kolonel KLu b.d.
Bibliografie:
P.C. Boer: 'De luchtstrijd rond Borneo' - Uitg.
Unieboek te Houten 1987.
P.C. Boer e.a.: 'De luchtstrijd om Indië' - Uitg.
Unieboek te Houten 1990.
Casius, G./Postma, Th.: '40 Jaar luchtvaart in Indië' -
Uitg. De Alk Alkmaar 1986.
Ward, O.G./Boer, P.C./Casius, G.J.: 'The Royal
Netherlands Military Flying School 1942-1944' -
Uitg. Afdeling Maritieme Historie van de Marinestaf
te 's-Gravenhage, 1982.
Ward, O.G.: 'De Militaire Luchtvaart van het KNIL
1942-1945' - Uitg. Unieboek te Weesp 1985.
Ward, O.G.: 'De Militaire Luchtvaart van het KNIL in
de naoorlogse jaren 1945-1950' - Uitg. Unieboek te
Houten 1988.
In een Engelstalig boek over vliegtuigmotoren wordt speciaal verwezen naar een
bijzondere vliegtuigmotor, welke zich in het Londense Science Museum
bevindt. De bezoeker kan kennis nemen van een rotatiemotor met twee tegen
elkaar in draaiende onderdelen groepen. Er zijn niet veel van gebouwd en
buiten een exemplaar in het Deutsches Museum te München bezit het Militaire
Luchtvaart Museum deze motor, zijnde de Siemens und Halske SH lila.
In 1908 werd op de Parijse Automobielten
toonstelling een nieuw type vliegtuigmotor
gepresenteerd: de rotatiemotor. De krukas
zat vast aan het vliegtuigframe en de ster
vormige cylinderkrans draaide, met hieraan
de propeller. Aanvankelijk bezat deze
Gnöme motor een inlaatklep in de zuiger-
kop, welke door vacuum of druk geopend of
gesloten werd en hierdoor het gasmengsel,
hetwelk in de krukasruimte werd verzameld,
in de cylinders toe te laten. De uidaatklep zat
in de cylinderkop. Ook werd het monosou-
pape-systeem toegepast, zijnde inlaatope-
ningen onder in de cylinder welke werden
afgedekt en vrijgegeven door de zuiger en
een uitlaatklep in de cylinderkop, welke
mechanisch werd bediend.
Alhoewel het verbruik van de rotatiemotor
hoog was, bezat deze het voordeel van een
goede koeling, een gelijkmatige loop en het
voorkomen van het zogenaamde overslaan
van de arbeidsslag. Als nadeel echter gold
het gyroscopische effect, hetwelk zich nade
lig op de vliegtuigbesturing uitwerkte. Van
de o.a. met dit motortype uitgeruste vliegtui
gen, zoals de Sopwith Camel, was bekend
dat zij bijna vanzelf een bocht in de draai
richting van de motor maakten, doch in
22