7 juli 1939 plaats.
Op 16 juni 1939 ontving 'Aviolanda' de
eerste vervolgorder voor de levering van 13
vliegboten van het type K-2. Deze zouden de
registraties X-49 t/m X-61 ontvangen. Het
eerste exemplaar zou op 11 juli 1940 moeten
worden opgeleverd, waarna om de drie
weken een vliegboot zou moeten worden
afgeleverd.
Kort daarop werd deze bestelling uitgebreid
met nog eens twaalf vliegboten (X-62 t/m X-
73). Op het moment dat de oorlog met
Duitsland uitbrak waren deX-38 t/m deX-52
op stapel gezet en tussen de 90 en 30 procent
gereed. De MLD heeft uiteindelijk slechts
zeven Do 24 K vliegboten van Aviolanda
ontvangen.
DE OPERATIONELE DIENST
Na aankomst in Morokrembangan werden
de eerste Do 24's aan verschillende proeven
onderworpen, waarbij deze direkt al de
nodige geestdrift ontlokten.
Spoedig werd de horizon verbreed en
volgden vluchten verder de Archipel in. Op
23 maart 1938 maakten deX-1 en X-2 onder
commando van de luitenant ter zee der le
klasse W.H. Tetenburg de eerste overzee-
vlucht van Morokrembangan naar Tandjong
Priok.
In 1938 werden in totaal 14 Dornier Do 24's
aan de MLD-sterkte in Nederlands Indië
toegevoegd. De nieuwe vliegboten werden
bekende verschijningen in het Indische
luchtruim. Op 6 september 1938, nam ter
gelegenheid van het 40-jarig regeringsjubi
leum van Koningin Wilhelmina, een esca
drille van zes Do 24's deel aan de parade-
vlucht boven het voor anker liggende vloot-
eskader te Soerabaja.
In deze periode werden de nieuwe vliegbo
ten steeds intensiever gebruikt en werden
grote prestatie geleverd: zo werd van 1 tot 6
juni 1939 met de X-21 een spectaculaire
prestatievlucht gemaakt, welke ten doel had
de betrouwbaarheid van het nieuwe mate
rieel tijdens een meerdaagse vlucht te con
troleren en beproeven.
Op 1 juni 1939 werd om één uur 's nachts
gestart van Morokrembangan en precies
volgens schema werd in de volgende vijf
dagen een afstand afgelegd welke overeen
kwam met de afstand Amsterdam-Singa
pore. In de nacht van 5 op 6 juni keerde de X-
21 weer op de basis terug na een totale
afstand te hebben afgelegd van 12.270 km,
zonder technische moeilijkheden.
GVT 3 was de eerste zeegaande groep, die
met de nieuwe vliegboot werd uitgerust en
met de X-10, X-11 en X-12 naar de Oostelij
ke Archipel met Ambon als hoofdsteunpunt
werd gedetacheerd.
In de loop van 1939 waren alle in dienst
zijnde Wal-GVT's uitgerust met de Do 24.
Op 1 september van dat jaar waren 18 X-
boten in operatieve dienst, terwijl in mei
1940 acht groepen met in totaal 24 Do 24's in
Nederlands Indië in bedrijf waren.
De operationele zeegaande groepen, GVT's,
hadden als belangrijkste taak de maritieme
verkenning en bewaking van alle zeetoegan
gen en baaien aan de uiterste grenzen van de
Archipel.
Eventuele vlootbewegingen van de vijand
dienden te worden geschaduwd, teneinde de
eigen onderzeeboten en het vlooteskader in
staat te stellen tijdig initiatieven te nemen.
Na 10 mei 1940 waren de grote zeeverken
ners verdeeld in acht GVT's van elk drie
toestellen. Zes van de acht groepen waren
meestal gelijktijdig 'op tocht'. Deze groepen
vormden tezamen een permanente verken
ningslinie aan de rand van het archipelge-
bied. Tijdens deze tochten werd gebruik
gemaakt van talrijke, op diverse plaatsen
ingerichte steunpunten en schuilplaatsen,
die van bijzonder groot belang waren bij het
uitoefenen van de verkennings- en bewa
kingstaken van de GVT's.
(Wordt vervolgd)
Hans Berfelo
15