wat op een aanzienlijk gewicht kwam te
staan. Om gewicht te besparen adviseerde
Fokker hem om aluminium te gebruiken.
Junkers wilde daar echter niets van weten.
Tony Fokker, die gewonnen was voor de
dikke vrijdragende vleugel, construeerde
deze van hout. Het prototype van de Fokker
driedekker, de V.3, had dan ook vrijdragen
de vleugels, die stijlen en spandraden mis
ten. De midden- en ondervleugel hadden
een gelijke spanwijdte, die van de grotere
bovenvleugel bedroeg slechts 6,71 meter.
Zoals met al zijn prototypes vloog Fokker de
V.3 persoonlijk in. De vliegeigenschappen
waren zo goed dat hij er van overtuigd was
met zijn driedekker de juiste weg te zijn
ingeslagen. De niet uitgebalanceerde aile
rons en het hoogteroer liet hij vervangen
door uitgebalanceerde exemplaren, waar
mede Platz het in eerste instantie niet eens
was. Later bleek Fokker's beslissing volko
men juist te zijn. Het ontbreken van vleugel
stijlen was de autoriteiten een doorn in het
oog. Men vreesde, dat zoiets ten koste zou
gaan van de vereiste sterkte. Toen dan ook
bleek, dat bij de V.3 tijdens de vlucht
ongewenste vibraties optraden in de onafge-
steunde vleugels, werd hierin voorzien. De
tweede driedekker, de Fokker bouwde, de
V.4, had gewijzigde vleugels met verschillen
de spanwijdten, waarvan de bovenvleugel de
grootste lengte had, nl. 7,09 meter. De
vleugels waren nu onderling verbonden
door lichte, holle steunen, die van voldoen
de sterkte waren om vibratie te voorkomen.
De ailerons waren van het uitgebalanceerde
type, evenals het hoogteroer. Van de V.4
werden onder de typeaanduiding F.I drie
exemplaren vervaardigd met de serienum
mers F.I/101/17, 102/17 en 103/17.
Manfred von Richthofen, die in een hospi
taal herstellende was van een in een lucht
gevecht opgelopen hoofdwond, is waar
schijnlijk door Werner Voss van het bestaan
van een nieuwe Fokker jager, een driedekker
met een uitzonderlijk klimvermogen, in
kennis gesteld. Met mitrailleurs, munitie en
volle brandstoftanks bereikte de F.I tijdens
een proefvlucht een hoogte van 5000 meter
in 18 minuten. In die tijd gold een groot
stijgvermogen belangrijker dan een hoge
topsnelheid. Reden voor de Duitse autori
teiten om de drie F.I's aan te schaffen.
Meerdere bestellingen volgden. In totaal zijn
320 Fokker Driedekkers afgeleverd.
Van deze F.I's werden de 102/17 en de 103/
17 naar het front gezonden. Deze toestellen
weken op enkele punten af van de produktie
Dr.I, o.a. door het ontbreken van schaatsen
aan de tips van de ondervleugel. Schaatsen,
die moesten beletten dat de ondervleugel op
hobbelige vliegvelden zou beschadigen.
Manfred von Richthofen vloog de F. 1/102/17
voor het eerst op 1 september 1917. Naar
zijn zeggen klom de driedekker als een aap
en was hij zo wendbaar als de duivel. Later
op de dag vloog hij er mee naar het front
waar hij in de buurt van Zonnebeke zijn
zestigste overwinning boekte, een Britse
R.E.8. Ondanks dat Von Richthofen weinig
vertrouwen had in rotatiemotoren, raakte hij
enthousiast over de Fokker driedekker. In
een rapport stelde hij, dat de machine
superieur was aan de Sopwith Triplane. Zo
groot was zijn vertrouwen in de nieuwe
machine dat hij zich tot de legerleiding
wendde met het verzoek om alle toestellen
van het Geschwader, waarover hem inmid
dels de leiding was toevertrouwd, te ver
vangen door driedekkers.
De F. 1/102/17 was een kort leven beschoren.
Op 15 september werd dit toestel met
luitenant Kurt Wolff aan de stuurknuppel in
een gevecht met Sopwith Camels van No. 10
Squadron RNAS neergeschoten. Wolff liet
hierbij het leven. De F. 1/103/17 kwam in
handen van luitenant Werner Voss, de
commandant van Jasta 10, die er op 29
augustus 1917 zijn eerste vlucht mee maakte.
De volgende dag maakte Voss zijn eerste
operationele vlucht met de F. 1/102/17, bij
welke gelegenheid hij een Brits vliegtuig
afschoot. Tussen 30 augustus en 23 septem
ber wist Voss niet minder dan 21 tegen
standers neer te halen. Toen keerde het tij.
Tegen het vallen van de avond - op de 23e
september - vloog hij geheel alleen boven het
front, waar hij werd geconfronteerd met een
eveneens alleenvliegende Britse S.E.5a. Het
daarop volgende luchtgevecht bleef niet
onopgemerkt aan een aantal Britse jachtvlie-
18