verplaatst naar het minder kwetsbare Tand
jong Pinang in de Riouw Archipel.
Op 13 december ontmoette de X-22 een
groep van drie Japanse jachtvliegtuigen, die
terstond tot de aanval overgingen. De aanval
werd echter afgeslagen, waarbij één Japanse
jager zodanig werd beschadigd dat deze
waarschijnlijk nabij de Anambas-eilanden in
zee stortte. Deze actie was de vuurdoop voor
de MLD in Nederlands Indië.
Op 14 en 15 december werd Tarempah
(Anambas-eilanden) door de Japanners ge
bombardeerd en op 16 december met
mitrailleurvuur beschoten, waardoor talloze
slachtoffers onder de inheemse bevolking
vielen. De Dorniers van GVT 3 brachten toen
verschillende malen voedsel ed. aan de
overlevenden van deze zwaar getroffen
nederzetting, terwijl vrouwen en kinderen
werden geëvacueerd. Tijdens één van deze
voedselvluchten naar Tarempah bracht de
X-20 op 17 december 1941 nabij deTambe-
lan-eilanden een Japanse motorschoener tot
zinken. De X-20 ontmoette op 20 december
een Japanse Navy 96 bommenwerper. In het
daaropvolgende luchtgevecht kwam de X-22
ter assistentie, maar werd zo zwaar bescha
digd dat spoedige terugkeer naar de basis
Tandjong Pinang noodzakelijk was. Op 21
december vloog de X-22 door naar Moro-
krembangan en kwam vier dagen later
geheel hersteld terug bij de groep. Echter
moest de X-22 op 31 december wederom
naar Soerabaja terugkeren ter vervanging
van de middenmotor.
Op 26 december ontmoette de X-19 ten
noorden van de Anambas-eilanden een
tegenstander die onder vuur werd genomen
doch die in de wolken wist te ontkomen. De
volgende middag kreeg de X-19 wederom
contact, nu met enkele Japanse bommen
werpers nabij Poeau Midai. Deze wierpen
vier zware bommen af en verdwenen met
grote snelheid, zonder dat de X-19 maar
enigzins in de buurt kon komen.
GVT 3 staakte, na de Japanse bezetting van
de Tambelan-eilanden op 29 december,
haar verkenningsactiviteiten en keerde op
oudejaarsdag 1941 terug naar Soerabaja,
waarna de boten in groot onderhoud gingen.
GVT 3 werd hierna met Catalina vliegboten
uitgerust.
GVT 4
Op 2 december 1941 was GVT 4 op Sambas
(N.W. Borneo) gebaseerd voor het uitvoeren
van verkenningen boven de Zuid Chinese
Zee. De groep bestond uit de Dorniers X-13,
X-14 en X-21.
Op 6 december werd door de X-21 een
gecamoufleerde Japanse mijnenlegger ont
dekt, het schip draaide daarna onmiddellijk
in noordelijke richting af. Op 7 december
had de X-13 nog een vreedzame ontmoeting
met een grote Kawanishi vliegboot. Na op 12
december te zijn afgelost door GVT 1 vloog
de groep voor periodiek onderhoud naar
Morokrembangan, waarna GVT 4 op 2
januari 1942 naar Tarakan werd gedirigeerd
ter vervanging van GVT 7. De Dorniers
werden aldaar te Telok Bajor (Beraoe)
gebaseerd. Dejapanners hadden inmiddels
een aanzienlijke vlootmacht nabij het eiland
Jolo geconcentreerd, welke daarna naar de
Golf van Davao opstoomde. Op het eiland
Jolo zelf werd door de Japanners een
vliegveld ingericht, dat in de heldere maan
nacht van de 9e januari 1942 door de X-13
met twaalf bommen van 50 kg werd be
stookt. In de namiddag van de 10e ontdekte
de X-13 de voorhoede van de voor Tarakan
bestemde Japanse landingsvloot en raakte in
een langdurig luchtgevecht met Japanse
vliegtuigen, waarna de bezetting van Tara
kan terstond begon met het vernietigen van
de olie-installaties. Op 10 januari was de
groep gedwongen Tarakan te verlaten en
kwam op 11 januari aan op het steunpunt
Balikpapan, waarna nog enige evacuatie-
vluchten naar Tarakan werden onderno
men. Op 14 januari werden 45 opvarenden
van het door de Japanners tot zinken
gebrachte patrouillevaartuig Hr.Ms. Van
Masdijn door de X-14 en de X-21 tijdens een
nachtelijke zeeredding naar Balikpapan
overgebracht. De X-13 moest op 18 januari
van de operationele sterkte worden afge
voerd wegens een opgelopen gat in de
stuurboord stummel en werd voor herstel
ling overgebracht naar Morokrembangan.
De X-13 werd niet vervangen. Balikpapan
kwam nu onder vuur te liggen en op 21
14