januari stoomde een Japanse vloot op,
waarna GVT 4 op 22 januari gedwongen was
het steunpunt Balikpapan te verlaten. Alle
aanwezige faciliteiten werden vernield waar
na het marinepersoneel met de overgeble
ven vliegboten X-14 en X-21 naar Soerabaja
werd overgevlogen. Diezelfde dag werd door
vier Dorniers vanuit Soerabaja naar Balikpa
pan gevlogen om de B.P.M.-vernielings-
ploeg te evacueren. Tijdens de nachtelijke
landing in de Baai van Balikpapan kwam de
X-14 zo ongelukkig terecht, dat deze geheel
verloren ging. Slechts één bemanningslid
overleefde.
De X-19 nam daarop de plaats van de X-14 in
en de groep verrichtte daarna vanuit Soera
baja verkenningen boven de Java Zee en het
zeegebied tussen Borneo en Celebes. Op 23
januari misrekende de X-19 zich tijdens de
landing. Tengevolge van grote vermoeidheid
bij de bemanning kwam de vliegboot niet
terecht in het Westervaawater doch in een
sawah nabij Menari.
Met nog slechts één vliegboot operationeel
werd de groep op 27 januari uit dienst
gesteld. De X-21 werd op 15 februari 1942
bij GVT 6 ingedeeld.
GVT 5
Bij het uitbreken van de vijandelijkheden
bestond GVT 5 uit de vliegboten X-26, X-27
en X-30 en was geplaatst te Ternate, waar
vandaan verkenningsvluchten werden uitge
voerd in de Celebes Zee en in het zeegebied
ten zuiden van de Philipijnen met de Talaud-
eilanden, Morotai en Ambon als steunpun
ten. Tevens had GVT 5 de speciale opdracht
om het gebied rond Ambon, waar twee
RAAF-squadrons met Hudson bommen
werpers en twee jachtvliegtuiggroepen van
de ML waren gestationeerd, tegen verras
singsaanvallen te beschermen.
Al op 8 december kreeg een Dornier van
GVT 5 de opdracht om vanuit Tenate enkele
Japanse spionageprauwen te achterhalen.
Met assistentie van een aan boord meege
nomen patrouille marinemannen werden de
Japanners geïnterneerd. Daar de rede van
Ternate weinig bescherming bood, werd
vanaf 11 december het steunpunt op het
Meer van Tondano als basis in gebruik
genomen. In de ochtend van de 17e decem
ber maakte de X-30 een verkenningsvlucht
naar Ternate en was aldaar in de landing
toen een Kawanishi vliegboot boven de rede
verscheen en enkele bommen afwierp. DeX-
30 startte direct door en na een stijgvlucht
van een half uur kwam deze in vuurcontact
met de Japanner. In het daarop volgende
luchtgevecht werd de vijandelijke vliegboot
beschadigd maar ook de X-30 liep een aantal
treffers op. Na een voorlopige reparatie te
Ternate vloog de X-30 op 18 december door
naar Ambon waar deze geheel werd hersteld.
Op 22 december kregen zowel GVT 2 als
GVT 5de opdracht de Japanse transportvloot
in de Golf van Davao aan te vallen. GVT 5
vloog daarvoor naar Talisei. Op 23 decem
ber, om ca. 02.30 uur startten de drie X-
boten afzonderlijk van Talisei waarna op
4000 m. hoogte in groepsverband werd
gevlogen.
Door toenemende bewolking kon echter de
formatie niet worden gehandhaafd. Om ca.
05.00 uur kregen de X-27 en de X-30
wederom contact met elkaar en ontdekten
daarop enkele kruisers, jagers en transport
schepen in de Baai van Davao. De X-27
ontving direct enkele treffers waardoor de
stuurboordmotor uitviel. Inmiddels opge
stegen Japanse catapultjagers bestookten de
X-27 voortdurend zodat op één na alle
benzinetanks werden lekgeschoten. On
danks de zware schade zette de X-27 de
aanval door en bombardeerde vanaf3300 m.
enkele goedangs aan de kade van Davao. Eén
Japanse waterjager werd neergeschoten.
Nabij de Kawio-eilanden moest de X-27 een
noodlanding op de ruwe zee maken, waarna
de doorzeefde boot nog drie kwartier bleef
drijven. De X-30 was te hulp geschoten en
nam de bemanning van de X-27 aan boord.
Alleen de hekschutter bleek lichtgewond te
zijn. Na een medisch onderzoek te Tahoena
werd de gewonde schutter nog diezelfde dag
met de X-30 naar Tondano overgevlogen.
Tijdens de aanval had de X-30 eveneens een
Japanse catapultjager neergeschoten. De
derde Dornier van GVT 5, de afgedwaalde X-
26 had op eigen houtje in de Baai van Davao
een lichte kruiser tot aanvalsdoel gekozen.
De afgeworpen bommen troffen evenwel
15