geen doel, waarna de vliegboot ongedeerd
op Tondano terugkeerde.
Op 26 december was de X-30 op verken
ningsvlucht naar Davao. Op de terugweg
werd bericht ontvangen over luchtalarm
boven Tondano. Toen de boot terugkeerde
kon het slechts de verschrikkelijke gevolgen
aanschouwen van een luchtaanval door
Japanse Navy O jachtvliegtuigen.
Alle Dorniers van GVT 2 alsmede de X-26
lagen brandend op het meer. De X-30
verzorgde, tesamen met de later gearriveer
de Catalina Y-47 de evacuatie van alle
overlevenden naar Morokrembangan.
De X-30 werd op 28 december 1941 aan het
vliegkamp overgedragen en ging op 3 febru
ari 1942 verloren bij een bombardement op
Morokrembangan. GVT 5 werd aangevuld
met nieuw personeel, ontving drie nieuwe
Catalina vliegboten en vertrok op 12 januari
1942 naar haar nieuwe oorlogsbestemming
Tjilatjap.
GVT 6
Op 8 december 1941 bevond GVT 6 zich op
Morokrembangan voor het uitvoeren van
verkenningen in de omgeving van Soerabaja.
De groep bestond op dat moment uit de
Dorniers X-28, X-29 en X-31.
Gedurende de eerste weken van de Pacific-
oorlog werden verkenningsvluchten boven
de Java Zee gevlogen en werd bescherming
aan konvooien verleend. Op 28 december
1941 vertrok de groep ter aflossing van GVT
1 naar N.W. Borneo, waar vanuit Tajan de
Zuid-Chinese Zee benoorden de evenaar
moest worden verkend. Begin januari wer
den door zowel de X-28 als de X-31 langs de
noordkust van Borneo vijandelijke schepen
verkend.
Op 16 januari werd door de X-29 het
vliegveld van Kuching gemitrailleerd en
werden drie schepen van ca. 2000 ton op de
rede gerapporteerd. Twee Dorniers van GVT
6 vielen deze schepen twee dagen later aan,
doch de bommen troffen geen doel. Op 19
januari deed de groep wederom een aanval
op deze plaats, waarbij een bom van 200 kg
op de kustweg werd gegooid. Diezelfde
middag werd een hevige aanval op het
vliegveld van Kuching uitgevoerd, waarbij 18
bommen op de startbanen werden afgewor
pen. Tenminste twee Japanse vliegtuigen
werden op de grond vernietigd. Drie dagen
later werden de kade en de opslagloodsen
van Kuching het doelwit van een bomaanval,
waarbij acht bommen van 50 kg werden
afgeworpen.
Op 23 januari kreeg GVT 6 opdracht de
verkenningen uit te breiden tot de Anambas
eilanden, waarbij tevens werd verzocht, de
bombardementen op Kuching te handha
ven. Op 24 januari werd de laatste bom
aanval op het vliegveld van Kuching uitge
voerd. Luchtverkenningen brachten aan het
licht dat de Japanse invasie onmiskenbaar
werd voorbereid. Op 26 januari ontmoette
de X-29 tussen Tandjong Api en Kuching
een Japans troepentransportscheepje van ca.
300 ton, dat onmiddelijk onder vuur werd
genomen. Het vaartuig werd midscheeps in
brand geschoten, doch ook de vliegboot
werd door het luchtafweer ernstig bescha
digd. Op 27 januari werd ontdekt, dat de
Japanse scheepjes inmiddels troepen te
Pemangkat en aan de Sambasrivier aan land
brachten. Met lichte bommen en mitrail-
leurvuur werd hierop door GVT 6 de aanval
ingezet, echter met wisselend succes. Op 28
januari voerden de Japanners hun landing
nabij Singkawang uit met de bedoeling het
belangrijkste vliegveld van de ML te verove
ren. Door GVT 6 werden herhaaldelijk
bomaanvallen op deze vliegbasis uitgevoerd,
waarbij de X-29 zodanig werd beschadigd,
dat deze op 29 januari voor algehele repara
tie naar Morokrembangan moest worden
overgevlogen.
Tengevolge van de Japanse opmars werd op
28 januari besloten te verhuizen naar het
meer zuidelijk gelegen steunpunt Ketapang
(Z.W. Borneo). Het oprukken van de Japan
ners gebeurde echter te snel, zodat de groep
op 30 januari zich terug trok op Soerabaja.
De verkenningen in het gebied Gasparstra
ten, Straat Karimata en Z.W. Borneo werden
door GVT 8 overgenomen.
Ter vervanging van de beschadigde X-29
werd nog op de 29e januari de Dornier X-23
ontvangen. In Morokrembangan echter
verloor de groep tengevolge van een vijande
lijke luchtaanval de Dornier X-31deze werd
16